Gerrit Lamberts CAMPHORST (Garrit), geboren ±1650 te Voorst, overleden ..‑04‑1737 te Voorst, begraven op 17‑04‑1737 te Voorst. De hofstede Papencamp, waarin Gerrit van voor 1692 tot aan zijn dood in 1737 heeft gewoond, lag aan de huidige Breestraat, die de grens vormde tussen de buurschap Empe en de buurschap Voorst en Noord-Empe. Nu is deze straat de grens tussen de gemeente Voorst en de gemeente Brummen. De boerderij lag aan de zuidzijde van de Breestrat en behoorde tot de gewaarde erven van de marke van Empe. Gerrit was daar pachter, want hij werd in het markenboek nergens genoemd als een van de geërfden. De boerderij werd in de tweede helft van de twintigste eeuw ingrijpend gerestaureerd en verbouwd. De huidige bewoners hebben echter een foto in hun bezit, die voorafgaande aan de verbouwing genomen is. In 1696 werd Gerrit Camphorst angeduid als scheuter van de marke van Voorst en Noord Empe. Tot zijn standaarduitrusting behoorde kennelijke een baaien rok, zoals blijkt uit de volgende teksten in het markenboek. "De Heeren Erfgenaemen hebben Garrit Kamphorst scheuter van de Marke uit pure liberaliteit toegeleijt een e=beije rock ter somma van 10 gulden met conditie dat hij sijne functie wel en nae behooren sal waarneemen, dat daer op niets sal vallen te seggen" en "de scheuter sal een nieuwe rock hebben ad 10 gulden als naar oud gebruik". Tot Garrit's functie behoorde o.a. het beschermen van de gemeenschappelijke gronden tegen loslopend vee, zoals blijkt uit de volgende opdracht, opgetekend in het markenboek in 1706 : "De scheuter wordt gelast dat diegen die beesten, paerden, schaepen, varkens op de straaten hebben loopen sonder hoeder dat hij deselve sal hebben te schatten volgens het oude gebruik." Ook moest de scheuter fungeren als een soort veldwachter, want in 1708 staat in het markenboek de volgende opdracht geschreven : "De scheuter wordt gelast speciael op Sondagh agt te geven op 't raasen van de jongens door inwerpen van glaesen of andere moetwilligheijt." Soms kon de scheuter wat bijverdienen. In 1730 b.v. eisten Garrit Kamphorst en Bloemen Kolck van de marke betaling van 10 gulden elk voor "het opmaeken der weegen voor enige jaren geschiet." Toen Gerrit in 1737 overleden was, werd er nog enige tijd voor zijn vrouw gezorgd. "De weduwe van den overleeden scheuter wordt bij provisie voor een jaar gelaeten.", zoon van Lambert Jansen CAMPHORST (Lambert Freriks ?) (zie III.6).
Gehuwd voor de kerk op 28‑11‑1697 te Voorst met Jenneken CORNELISSEN, 22 jaar oud, geboren op 19‑09‑1675 te Voorst, overleden op 15‑02‑1738 te Voorst op 62-jarige leeftijd.

Lambert Gerrits CAMPHORST, scheuter, geboren ..‑03‑1692 te Empe (Breestraat in de hofstede Papencamp), gedoopt (NDG 1736) op 20‑03‑1692 te Voorst, volgens familysearch ged. 30-03-1692, overleden op 24‑08‑1750 te Voorst, begraven op 27‑08‑1750 te Voorst. Op 27 mei 1738 volgde Lambert zijn vader Garrit op als scheuter van de Marke van Voorst en Noord-Empe. "Is bij de efgenamen als scheuter aangesteld Lambert Camphorst mits sijn eed te doen." Hij heeft deze functie zeker uitgeoefend tot 1746 en waarschijnlijk tot zijn dood in 1750. Zijn weduwe kreeg op 23-5-1752 en op 4-6-1754 nog toestemming om "haren met een afdak gesetten berg" op het land van de marke "gratis te bewonen." In 1754 was dit "afdak aan haaren saatberg onder haar huijs" afgebrand.
In de cedule van heerdsteden van het ambt van Voorst over 1749 staat dat Lambert Camphorst en zijn vrouw in dat jaar op de "Heijligen Geesthofstede" woonden. Vermoedelijk is dat de hofstede waarover in de laatste alinea van de inleidende tekst over de tak van Voorst op pagina 25 van het boek geschreven wordt. In 1749 was deze nog eigendom van het Heilige Geesten Gasthuis te Deventer. Mogelijk werd de boerderij, al of niet spottend, ook de Papencamp genoemd. Overeenkomsten tussen de Heijligen Geesthofstede en de Papencamp zijn dat zij beide bij Noord Empe lagen en 5 morgen ofwel ongeveer 1,5 ha zandgrond bezaten. Zoon van Gerrit Lamberts CAMPHORST (Garrit) (zie IV.12) en Jenneken CORNELISSEN.
Ondertrouwd ..‑01‑1738 te Voorst, gehuwd voor de kerk op 26‑01‑1738 te Voorst met Janna LAMBERTS, geboren ..‑11‑1711 te Voorst, gedoopt (NDG) op 15‑11‑1711 te Voorst.

Derksken Lamberts CAMPHORST (Kamphorst), geboren ..‑03‑1742 te Voorst, gedoopt (NDG) op 26‑03‑1742 te Voorst, dochter van Lambert Gerrits CAMPHORST (zie V.36) en Janna LAMBERTS.
Gehuwd voor de kerk <1768 te Voorst met Jacob Hendriks HOOSMAN (Jacob Hoofsman), geboren ±1742.

Lambert Lamberts CAMPHORST, landbouwer, geboren ..‑09‑1750 te Voorst, gedoopt (NDG) op 13‑09‑1750 te Voorst, overleden op 03‑05‑1800 te Voorst, begraven op 07‑05‑1800 te Voorst. In 1802 werd "de weduwe Lambert Kamphorst op Den Acker" voor de "amptslasten" aangeslagen voor 15 gulden, 16 stuiver en 8 cent. De boerderij Den Acker stond aan de Klarenbeekseweg te Voorst, ongeveer 300 m van de Zutphensestraat. In 1963 brandde Den Acker af. De in het boek afgebeelde foto was nog in het bezit van de nakomelingen van de laatste bewoners. Van de heer H. Smies te Zutphen ontvingen wij bovendien een schematische plattegrond van Den Acker uit de periode waarin de boerderij door 2 gezinnen werd bewoond. (zie afbeelding 20 in het boek). De nummers op deze plattegrond hebben de volgende betekenis:
1 = bijkeuken, 2 = opkamer/kelder, 3 = varkenshok, 4 = koeienstal, 5 = gang, 6 = woonkamer, 7 = bedstee, 8 = glazenkast, 9 = schouw, 10 = bijkeuken, 11 = slaapkamer, 12 = deel
Volgens het thinsboek van het ambt van Voorst had ene Lammert Kamphorst in 1804 land in eigendom. Het is niet bekend of dit bij de boerderij Den Acker lag, zoon van Lambert Gerrits CAMPHORST (zie V.36) en Janna LAMBERTS.
Ondertrouwd (1) ..‑04‑1773 te Wilp, gehuwd voor de kerk op 02‑05‑1773 te Voorst met Gerritje JANSEN, geboren ±1750 te Voorst, gedoopt ±1750, overleden op 08‑03‑1783 te Voorst, begraven op 13‑03‑1783 te Voorst.
Ondertrouwd (2) ..‑09‑1783 te Voorst, gehuwd voor de kerk op 28‑09‑1783 te Voorst met Gerritje TEUNISSEN (Gerritje Gerrits), geboren ±1752 te Voorst, gedoopt ±1752 te Voorst, overleden <1798 te Voorst, begraven <1798 te Voorst, dochter van Teunis GERRITS.
Gehuwd voor de kerk (3) ca. 1800 te Voorst met Gerritje GERRITSEN, geboren ±1755 te Warnsveld, gedoopt ±1755 te Warnsveld.

Lammert Lamberts CAMPHORST, dagloner (1812), daghuurder (1832), landbouwer (1835, 1849 en 1850), karman (1841), geboren op 04‑07‑1777 te Voorst, gedoopt (NDG) op 05‑07‑1777 te Voorst, overleden op 21‑01‑1850 te Voorst op 72-jarige leeftijd. Op 8 juni 1802, 2 jaar na het overlijden van zijn vader, werd Lammert Camphorst aangesteld als scheuter van de marke van Voorst en Noord-Empe. Hiermee trad hij in de voetsporen van zijn grootvader Lambert en zijn overgrootvader Garrit. Op 22-5-1804 werd hij echter al weer als scheuter ontslagen, omdat hij toen vertrokken was uit de marke van Voorst en Noord-Empe.
Lammert was in 1832 eigenaar geworden van een kleine boerderij aan de Holthuizerstraat, thans Oudhuizerstraat geheten. Het overzichtskaartje laat zien dat het land rond Lammert's huis in 1850 nog vrijwel geheel onder heide en struikgewas lag en dus nog grotendeels ontgonnen moest worden voor de landbouw. Foto's van dit boerderijtje, dat in 1751 gebouwd werd, zijn nog in het bezit van Mevr. Hissink te Voorst, de laatste bewoonster. De foto van de zijgevel laat zien hoe de oorspronkelijke potstal via de luiken in de zijgevel kon worden geleegd op een stenen mestvloer. In 2001 was het boerderijtje niet meer bewoond en in een vervallen staat. (afd. 23) Het boerderijtje was omgeven door 2,5 ha eigen grond, waarvan 1,6 ha weiland en 0,9 ha bouwland. Ongeveer 500 m in de richting van Voorst bezat Lammert ook nog 0,9 ha bouwland (afb. 24). Zijn huis was maar klein, wat blijkt uit het feit dat het voor de inkomstenbelasting jaarlijks belastbaar was voor slechts fl. 15,-- Voor de personele belasting werd hij in 1848 ingedeeld in categorie 5, wat betekende dat hij een keuterboer zonder knechten en meiden was. Na het overlijden van Maria Heen in 1850 bleef haar jongste dochter Jakoba met haar man Gerrit Jan Hissink in haar ouderlijk huis aan de Oudhuizerstraat wonen. Vele generaties Hissink bleven er daarna het boerenbedrijf uitoefenen tot ver in de 20e eeuw. Zoon van Lambert Lamberts CAMPHORST (zie VI.64) en Gerritje JANSEN.
Ondertrouwd ..‑10‑1803 te Voorst, gehuwd voor de kerk op 26-jarige leeftijd op 30‑10‑1803 te Voorst met Maria Helena HEEN (Maria Elisabeth, Maria Magdalena Heem), 28 jaar oud, geboren op 12‑04‑1775 te Goch (Pruisen), overleden op 26‑12‑1850 te Voorst op 75-jarige leeftijd.

Lammert Lammerts CAMPHORST, milicien (1836-1841), boerenknecht (Voorst 1841), dagloner (Eerbeek 1843-1858), geboren op 10‑09‑1804 te Voorst, gedoopt (NDG) op 16‑09‑1804 te Voorst, overleden op 01‑05‑1884 te Eerbeek (Gem. Brummen) op 79-jarige leeftijd, beschrijving in certificaat Nationale Militie : lengte 1 el, 611 strepen, aangezigt rond, voorhoofd laag, ogen blauw, neus ??, mond groot, kin rond, haar en wenkbrauwen blond.
Toen Lammert in 1841 met Harmina Straatman trouwde, waren haar ouders de eigenaren van een boerderij Schoonmansgoed aan de Keutelstraat te Eerbeek (afb. 25 en 26). De naam Schoonmansgoed herinnerde aan een vroegere bewoner van de boerderij en de naam Keutelstraat was een verwijzing naar het feit dat hier de schaapskudden langskwamen op weg naar de heide van het Eerbeekse veld. Harmina ging met haar gezin bij haar ouders inwonen, omdat zij als enig kind de natuurlijke opvolgster was op de boerderij. De volgende informatie over deze boerderij hebben wij grotendeels ontleend aan een artikel van G.J. Ruumpol in het orgaan van de Oudheidkundige vereniging De Marke te Eerbeek. Het Schoonmansgoed behoorde in 1798 al tot de gewaarde erven van de marke van Hall, Eerbeek en Collenhove (afb. 25). In 1812 kocht Hendrik Engberts Straatman het voor 1669,5 franken ofwel ca. 795 gulden, waarbij hij een lening afsloot van 525 franc of ca. 250 gulden. Vanaf 1813 verscheen hij als geerfde op de markevergaderingen in de kerk van Hall. De boerderij zelf had in 1832 slechts ca. 1,59 ha bouwland in eigendom op de enk van Eerbeek en nog wat extra grond in pacht. Dit bezit was zeer versnipperd (afb. 26). Het recht van geerfde hield echter onder meer in dat men vee mocht laten grazen en plaggen voor de potstal en de schaapskooi mocht steken op de markegronden. Hierdoor kon veel dierlijke mest geproduceerd worden voor de akkers. In 1837, toen Hendrik Engberts Straatman al overleden was, werd de marke van Hall, Eerbeek en Collenhove opgeheven. Bij de verdeling van de grond kregen "de weduwe H.E. Straatman en Harmina Kamphorst-Straatman" maar liefst 35 ha heide en groengrond toegewezen. Ook hadden Lammert en Harmina nog land in pacht, want in 1849 betaalde Lammert aan de kerkvoogd van Halle fl. 6,50 voor landpacht en een zitplaats in de kerk. Omdat zij maar 1 zitplaats bezaten gingen de echtelieden om de beurten naar de kerk. Lammert's dochter Hendrika Johanna trouwde in 1868 met haar overbuurjongen Gerrit Willem Buurkes (afb. 27) die bij zijn ouders woonde op het goed Ter Bruggen aan de overzijde van de Keutelstraat. Hierdoor werd zij de tweede vrouwelijke opvolger in successie op het Schoonmansgoed. De traditie wilde nl. dat een huwelijk pas mogelijk werd als bruid en bruidegom samen uitzicht hadden op de vestiging van een levensvatbare boerderij. Zo bleef Hendrika Johanna met haar gezin en 2 ongetrouwde broers bij haar ouders inwonen en nam zij in 1881, samen met haar echtgenoot, de boerderij over. Toen Harmina overleed, verkocht Lammert zijn "halfscheid" van de boerderij, ter waarde van fl. 1325,- aan Hendrika Johanna. De inboedel, ter waarde van fl. 800,- droeg hij over aan zijn schoonzoon in ruil voor kost, inwoning en levensonderhoud. Het areaal bouwland was door aankopen op de Eerbeekse Enk inmiddels uitgebreid tot 45 ha. Van de verdeelde markegronden was echter intussen een gedeelte verkocht, waardoor de totale oppervlakte van het bedrijf was geslonken tot 26,7 ha, verdeeld over 15 percelen. Hendrika Johanna overleed in 1902 (afb. 28). Haar 2 kinderen erfden uiteindelijk niet alleen de nalatenschap van hun ouders maar ook die van hun 2 ongehuwde ooms. Zoon van Lammert Lamberts CAMPHORST (zie VII.91) en Maria Helena HEEN (Maria Elisabeth, Maria Magdalena Heem).
Ondertrouwd ..‑04‑1841 te Brummen, gehuwd op 36-jarige leeftijd op 25‑05‑1841 te Brummen met Harmina STRAATMAN (Maria), 21 jaar oud, geboren op 25‑08‑1819 te Hall, overleden op 21‑01‑1870 te Brummen op 50-jarige leeftijd, dochter van Hendrik Egberts STRAATMAN (Hendrik Engberts), dagloner, landman, en Jenneken van den BERG (Jantje van der Burg).

Hendrika Johanna KAMPHORST, geboren op 20‑04‑1843 te Eerbeek (Hall), overleden op 25‑09‑1896 te Eerbeek op 53-jarige leeftijd, dochter van Lammert Lammerts CAMPHORST (zie VIII.113) en Harmina STRAATMAN (Maria).
Ondertrouwd ..‑02‑1868 te Brummen, gehuwd op 24-jarige leeftijd op 22‑02‑1868 te Brummen met Gerrit Willem BUURKES, 30 jaar oud, landbouwer, geboren op 08‑05‑1837 te Brummen, overleden op 15‑11‑1918 te Brummen op 81-jarige leeftijd, zoon van Steven BUURKES en Jenneke KERSEBOOM.

Maria Helena KAMPHORST, dienstmeid, geboren op 23‑09‑1858 te Eerbeek, overleden op 19‑03‑1939 te Enschede op 80-jarige leeftijd, dochter van Lammert Lammerts CAMPHORST (zie VIII.113) en Harmina STRAATMAN (Maria).
Gehuwd op 22-jarige leeftijd op 03‑11‑1880 te Zutphen met Gerrit Jan WILLEMS, spoorwegconducteur, geboren ±1855 te Brummen, overleden op 21‑03‑1923 te Apeldoorn, zoon van Aart WILLEMS, landbouwer, en Gerritje NENGERMAN.

Christi Janna Lammerts CAMPHORST (Johanna), dienstmeid Voorst 1835, geboren op 08‑02‑1807 te Voorst, gedoopt (NDG) op 15‑02‑1807 te Voorst, overleden op 11‑11‑1889 te Voorst (huis C43 van zoon Evert) op 82-jarige leeftijd, dochter van Lammert Lamberts CAMPHORST (zie VII.91) en Maria Helena HEEN (Maria Elisabeth, Maria Magdalena Heem).
Ondertrouwd ..‑02‑1835 te Voorst, gehuwd op 28-jarige leeftijd op 14‑03‑1835 te Voorst met Jacob BLEUMINK, 56 jaar oud, landbouwer, geboren op 14‑08‑1778 te Voorst, gedoopt (NDG) op 16‑08‑1778 te Voorst (getuige(n): Jacomina Bleumink), overleden op 06‑01‑1866 te Voorst op 87-jarige leeftijd. In 1845 bezat Jacob een boerderij met 2 knechten en een meid. Kon niet schrijven. Zoon van Evert BLOEMINK (Bleumink) en Grietje Jacobs van de POL, landbouwster.

Gerrit Jan CAMPHORST (Kamphorst), landbouwer (1841), daghuurder (1852), landbouwer (1882), geboren op 04‑10‑1809 te Voorst, gedoopt (NDG) op 15‑10‑1809 te Voorst, overleden op 02‑06‑1882 te Voorst op 72-jarige leeftijd. Gerrit Jan had 6 broers en zussen en de bescheiden erfenis van zijn ouders werd pas in 1850 onder hen verdeeld. Hij moest dus als boerenknecht de kost verdiene. Dit verhinderde hem niet een eigen bedrijf te stichten. Vanaf 1844 kocht hij percelen bouwgrond aan de Oudhuizerstraat, 1 km. verwijderd van zijn ouderlijk huis in de richting van Voorst. Nog in 1848 werd hij voor de Personele Belasting ingedeeld in klasse 3, die gewoonlijk gebruikt werd voor landarbeiders en keuterboeren zonder personeel. Toch had hij in 1845 al een meid in dienst en in 1873 werd hij als landbouwer voor de grondbelasting en personele belasting aangeslagen voor fl. 8,84. Toen hij in 1882 overleed, liet hij een woonhuis na met een gemengd boerenbedrijf ter grootte van 7,5 ha (zie kadasterkaartje en afb. 30). De achtergevel is (in tegenstelling tot de voorgevel) sinds 1844 vrijwel onveranderd gebleven. De waarde van deze onroerende goederen werd geschat op fl. 4250,-. De roerende zake, waaronder bouw-, melk- en deelgereedschappen, het gewas op het land en het vee, waren daarnaast fl. 1311,- waard. Zoon van Lammert Lamberts CAMPHORST (zie VII.91) en Maria Helena HEEN (Maria Elisabeth, Maria Magdalena Heem).
Ondertrouwd ..‑01‑1841 te Voorst, gehuwd op 31-jarige leeftijd op 10‑02‑1841 te Voorst met Jenneke MARSMAN, dienstmeid in Deventer (1841), geboren ±1811 te Voorst, overleden op 05‑06‑1896 te Voorst, dochter van Gerrit MARSMAN, schoenmaker, en Willemina KLUMPERS.

Lammert KAMPHORST, daghuurder (1871), landbouwer (1874-1885), geboren op 09‑06‑1842 te Voorst, overleden op 17‑03‑1885 te Voorst op 42-jarige leeftijd. Lammert was als enige zoon de opvolger in het bedrijf van zijn vader Gerrit Jan. Hij heeft het bedrijf goed in stand gehouden en zelfs uitgebreid met enkele kleine percelen landbouwgrond. Bij het overlijden van Lammert in 1885 was hij in goede doen. Dit blijkt wel uit het feit dat hij ongeveer fl. 1445,-- had uitgeleend aan aangetrouwde en eigen familieleden. Toen zijn vrouw Johanna in 1920 overleed, bleek ook zij veel geld uitgeleend te hebben. Bovendien had zij bij haar leven al fl. 5346,-- geschonken aan haar kinderen. Veel "lichamelijke roerende goederen" hadden Lammert en zijn vrouw niet. Alleen een kabinet, kerkboek met zilveren klamp en een beursje met zilveren beugel werden bij de boedelscheiding in 1885 expliciet genoemd. In 1906 verkocht Lammert's weduwe Johanna Marsman haar grondbezit ten noorden van de Oudhuizerstraat aan haar dochter Hendrika, die daar woonde met haar echtgenoot Derk Hendrikus Johannes Hummelman. Een foto toont Hendrika en haar man in de voortuin van hun boerderij (afb. 31). Zoon van Gerrit Jan CAMPHORST (Kamphorst) (zie VIII.117) en Jenneke MARSMAN, dienstmeid in Deventer (1841).
Ondertrouwd ..‑01‑1874 te Voorst, gehuwd op 31-jarige leeftijd op 07‑02‑1874 te Voorst met Johanna MARSMAN, 24 jaar oud, geboren op 06‑03‑1849 te Voorst, overleden op 05‑05‑1920 te Voorst op 71-jarige leeftijd, dochter van Jan MARSMAN, schoenmaker, en Hendrika HIDDINK.

Jacob KAMPHORST, landbouwer, geboren op 06‑11‑1876 te Voorst (gezindte: NH), overleden op 18‑03‑1933 te Almen op 56-jarige leeftijd, begraven ..‑03‑1933 te Voorst. Jacob (1876-1933) moest in 1920 de erfenis van zijn ouders delen met zijn zusters Hendrika en Johanna. Hendrika had al in 1906 van haar moeder de landbouwpercelen ten noorden van de Ouderhuizerstraat gekocht. Hierdoor werd het boerenbedrijf, dat zij in gemeenschap van goederen met haar echtgenoot Hummelman bezat, aanzienlijk uitgebreid. Jacob bleef boeren op de percelen ten zuiden van de Holthuizerstraat. Hij en zijn weduwe voegden daaraan later door aankoop nog enkele aangrenzende percelen toe en verkocht een paar minder gunstig gelegen percelen, waardoor een mooi geconsolideerd bedrijf ontstond (afb. 32). Daar stond tegenover dat hij bij zijn overlijden een schuld had van fl. 4000,-- bij zijn zwager Hummelman en fl. 1000,-- bij schoonvader H.J. Bussink. De foto is van Jacob en zijn echtgenote Hendrika Bissink (afb. 33). Zoon van Lammert KAMPHORST (zie IX.260) en Johanna MARSMAN.
Ondertrouwd ..‑10‑1923 te Voorst ? Gehuwd op 46-jarige leeftijd op 27‑10‑1923 te Voorst met Hendrika BUSSINK, 38 jaar oud, geboren op 18‑03‑1885 te Voorst (gezindte: NH), overleden op 21‑10‑1973 te Beekbergen op 88-jarige leeftijd, begraven ..‑10‑1973 te Voorst, dochter van H.J. BUSSINK en M.E. de GROOT.

Lammert Johannes KAMPHORST, landbouwer, geboren op 06‑01‑1925 te Voorst (gezindte: NH), overleden op 11‑08‑1970 te Zutphen op 45-jarige leeftijd, begraven op 15‑08‑1970 te Zutphen. Lammert Johannes zette het bedrijf van zijn ouders vrijwel onveranderd voort en breidde het woongedeelte van de boerderij aanzienlijk uit (afb. 34). Aan de voorgevel is te zien hoe aan de linkerkant van het huis de keuken aanzienlijk is uitgebreid. Na zijn overlijden werd de boerderij overgenomen door zijn zoon Gerrit Hendrik. Afgebeeld zijn de foto's van Lammert Johannes (afb. 35 ) en zijn gezin (afb. 36). Zoon van Jacob KAMPHORST (zie X.525) en Hendrika BUSSINK.
Ondertrouwd op 13‑05‑1951 te Voorst, gehuwd ca. 1951 te Voorst ? Echtgenote is Alberta PASMAN, geboren ±1926 te Leesten (gezindte: NH), dochter van Gerrit PASMAN en Gerritje VERBEEK.

Hendrika KAMPHORST, geboren op 29‑09‑1955 te Voorst, gedoopt (NH) op 08‑04‑1956 te Voorst, dochter van Lammert Johannes KAMPHORST (zie XI.1106) en Alberta PASMAN.
Gehuwd op 22-jarige leeftijd op 15‑12‑1977 te Vorden met Bertus STEGEMAN, 26 jaar oud, magazijnbediende, geboren op 01‑12‑1951 te Laren (gezindte: NH), zoon van Hendrik Jan STEGEMAN en Egberdina SPROKKELHORST.

Gerritje KAMPHORST, geboren op 18‑04‑1957 te Zutphen, gedoopt (NH) op 04‑08‑1957 te Voorst, dochter van Lammert Johannes KAMPHORST (zie XI.1106) en Alberta PASMAN.
Gehuwd op 20-jarige leeftijd op 20‑04‑1977 te Twello met Reinder Gerrit Hendrik (Reini) HAZELAAR, controleur, geboren ±1957 (gezindte: NH), zoon van W. HAZELAAR en P. BRINK.

Wilhelmina Arendina KAMPHORST, geboren op 16‑07‑1962 te Voorst, gedoopt (NH) op 02‑09‑1962 te Voorst, overleden op 28‑05‑1994 te Zutphen op 31-jarige leeftijd, dochter van Lammert Johannes KAMPHORST (zie XI.1106) en Alberta PASMAN.
Gehuwd op 25-jarige leeftijd op 17‑06‑1988 te Zutphen met Peter POLDERMAN, geboren ±1960, zoon van Pieter POLDERMAN en Jansje KALTHOF.

Johanna KAMPHORST, geboren op 12‑04‑1883 te Voorst, dochter van Lammert KAMPHORST (zie IX.260) en Johanna MARSMAN.
Gehuwd op 22-jarige leeftijd op 08‑07‑1905 te Voorst met Jan MARSMAN, 30 jaar oud, schoenmaker (1905), landbouwer (1915), geboren op 19‑12‑1874 te Voorst, overleden op 09‑09‑1929 te Voorst op 54-jarige leeftijd, zoon van Willem MARSMAN, schoenmaker, en Johanna Cornelia HISSINK.

Jenneken Lammerts CAMPHORST, dienstmeid bij familie Massink (1827-1833), boerenmeid (1834), geboren op 22‑01‑1812 te Voorst (gezindte: NH), overleden op 21‑04‑1881 te Empe op 69-jarige leeftijd, dochter van Lammert Lamberts CAMPHORST (zie VII.91) en Maria Helena HEEN (Maria Elisabeth, Maria Magdalena Heem).
Gehuwd op 22-jarige leeftijd op 14‑05‑1834 te Zutphen met Frederik MASSINK (Frederike Massenko), 24 jaar oud, boerenknecht, geboren op 06‑10‑1809 te Brummen (gezindte: NDG), overleden op 22‑01‑1871 te Brummen op 61-jarige leeftijd, zoon van Hendrik Egberts MASSINK (Hendrik Engberts), dagloner, en Teunisken HARMS.

Gerritje (Garritjen) Lammerts CAMPHORST, boerenmeid, geboren op 03‑02‑1815 te Voorst, overleden op 18‑09‑1871 te Voorst op 56-jarige leeftijd, dochter van Lammert Lamberts CAMPHORST (zie VII.91) en Maria Helena HEEN (Maria Elisabeth, Maria Magdalena Heem).
Ondertrouwd ..‑11‑1838 te Voorst, gehuwd op 23-jarige leeftijd op 17‑11‑1838 te Voorst met Teunis DEKKER, 33 jaar oud, daghuurder (1835), landbouwer (1870), lid van de Mobiele Gelderse Schutterij, geboren op 30‑10‑1805 te Voorst, zoon van Herman Alberts DEKKER en Hendrika SLIJKHUIS.

Hermina DEKKER, geboren op 15‑06‑1844 te Voorst, dochter van Teunis DEKKER, daghuurder (1835), landbouwer (1870), lid van de Mobiele Gelderse Schutterij, en Gerritje (Garritjen) Lammerts CAMPHORST (zie VIII.122).
Gehuwd op 33-jarige leeftijd op 06‑04‑1878 te Apeldoorn met Christiaan HERTGERS, 38 jaar oud, landbouwer, geboren op 13‑07‑1839 te Apeldoorn.

Jacoba Lammerts CAMPHORST (Kamphorst), "doende huiswerk" in Voorst (1846), landbouwster, geboren op 23‑02‑1823 te Voorst, gedoopt op 01‑03‑1823 te Voorst, overleden op 13‑03‑1898 te Voorst op 75-jarige leeftijd, dochter van Lammert Lamberts CAMPHORST (zie VII.91) en Maria Helena HEEN (Maria Elisabeth, Maria Magdalena Heem).
Ondertrouwd ..‑01‑1846 te Voorst, gehuwd op 22-jarige leeftijd op 07‑02‑1846 te Voorst met Gerrit Jan HISSINK, 27 jaar oud (zie VIII.130).

Gerritjen Lamberts CAMPHORST, huisvrouw, geboren op 01‑05‑1785 te Voorst, gedoopt (NDG) op 05‑05‑1785 te Voorst, bel. NDG Voorst 16-04-1810, overleden op 09‑01‑1830 te Empe op 44-jarige leeftijd, dochter van Lambert Lamberts CAMPHORST (zie VI.64) en Gerritje TEUNISSEN (Gerritje Gerrits).
Gehuwd ca. 1810 te Voorst ? Echtgenoot is Willem Jan WAYENBERG, dagloner, geboren op 28‑12‑1790 te Empe, overleden op 04‑03‑1830 te Empe op 39-jarige leeftijd.

Antonia Hendrika Lamberts CAMPHORST, geboren op 28‑07‑1786 te Voorst, gedoopt (NDG) op 30‑07‑1786 te Voorst, overleden op 08‑03‑1843 te Voorst op 56-jarige leeftijd, dochter van Lambert Lamberts CAMPHORST (zie VI.64) en Gerritje TEUNISSEN (Gerritje Gerrits).
Ondertrouwd op 17‑08‑1810 te Voorst, gehuwd op 24-jarige leeftijd op 09‑09‑1810 te Voorst met Jurrien HISSINK, 23 jaar oud, daghuurder (1810), landbouwer (1839), daghuurder (1843), geboren op 24‑08‑1787 te Voorst, overleden op 27‑10‑1865 te Voorst op 78-jarige leeftijd.

Gerrit Jan HISSINK, daghuurder, landbouwer met knecht en meid, geboren op 22‑10‑1818 te Voorst, overleden op 14‑04‑1878 te Voorst op 59-jarige leeftijd, zoon van Jurrien HISSINK, daghuurder (1810), landbouwer (1839), daghuurder (1843), en Antonia Hendrika Lamberts CAMPHORST (zie VII.97).
Ondertrouwd ..‑01‑1846 te Voorst, gehuwd op 27-jarige leeftijd op 07‑02‑1846 te Voorst met Jacoba Lammerts CAMPHORST (Kamphorst), 22 jaar oud (zie VIII.124).

Janna Lamberts CAMPHORST, geboren op 08‑03‑1792 te Wilp, gedoopt (NDG) op 18‑03‑1792 te Voorst, overleden op 10‑01‑1873 te Voorst op 80-jarige leeftijd, dochter van Lambert Lamberts CAMPHORST (zie VI.64) en Gerritje TEUNISSEN (Gerritje Gerrits).
Ondertrouwd <1820 te Voorst, gehuwd <1820 te Voorst met Lammert MARTENS, karman (±1835), landbouwer met knecht en meid (±1870), geboren ..‑12‑1794 te Wilp, gedoopt (NDG) op 15‑12‑1794 te Wilp, overleden op 18‑07‑1873 te Voorst.