P├ígina 1 de 27 p├íginas Pr├│xima p├ígina    ├Ültima folha

Descendentes de Johan KAMPESHORST
Última atualização em 21-07-2025
I
Johan KAMPESHORST

Johan KAMPESHORST

Johan KAMPESHORST (Johan ten Kampeshorst), nascido ±1550 (fac├º├úo: RK), een Johan Kampeshorst of Johan ten Kampeshorst werd tussen 1576 en 1587 regelmatig genoemd in de schepenacten van het richterambt Delden. Hij kwam daarin 5 maal voor als schuldeiser. In 1587 was er in deze acten ook sprake van een vordering van meerdere persone op Johan's vrouw, wier naam niet genoemd werd. Waarschijnlijk was dit Ffenne ten Camphorst, die in 1576 een vordering had op ene Berendt Wilderinck wegens een borgstelling. De Kampeshorst was geen zelfstandige hofstede, want een boerderij van die naam kwam niet voor in het verpondingenregister van Twente over de jaren 1601 en 1648. Waarschijnlijk was Johan Kampeshorst een "wonner" dwz iemand die met goedvinden van de eigenaar van de grond een optrekje had gebouwd en daar later werd gedoogd. De locatie van De Kampeshorst is aangegeven als punt 13 op het topografische kaartje in het Ten Geleide van het boek. Het is niet met zekerheid te zeggen hoe De Kampeshorst er uit zag. Waarschijnlijk had het de vorm van een eenvoudig Twents vakwerkboerderijtje, zoals die rond 1600 in de omgeving van Woolde veel voorkwamen (zie afbeelding in de inleiding van het boek).
Casamento igreja <1570 com Ffenne ? Nascida ±1550.
Deste casamento:

II
Jan CAMPHORST (Joan, Johan op die Kamphorst), nascido ±1570.
Vanaf 1611 werd er in de schepenacten van de stad Delden weer veelvuldig melding gemaakt van een Johan, Joan of Jan Camphorst, Kamphorst, op die Kamphorst, in de Kamphorst of ter Camphorst. Hoewel het mogelijk is dat dit dezelfde Johan was als de Johan Kampeshorst van voor 1587, is het waarschijnlijker dat hij diens zoon was. Dit vermoeden wordt ondersteund door het feit dat Jan Camphorst één van zijn zonen Jan noemde, een naam die kennelijk synoniem was met de naam Johan. In 1613 verkochten Jan Camphorst en zijn vrouw Hendricxken Fockink een derde deel van een erven en hofstede, genaamd Die Rasscherie en gelegen te Oele. Voor deze verkoop stelden zij Albert Egbertinck en Johan ten Nijenhuis aan als hun gevolmachtigden te Delden. De volmacht werd opgemaakt door Egbert van Mehen, schout te Voorst. Hierdoor weten wij dat Johan in die Kamphorst te Woolde inderdaad dezelfde was als Jan Camphorst te Voorst. Uit het feit dat deze verkoop slechts een derde deel van de boerderij Die Rasscherie omvatte, mag men afleiden dat het een erfdeel in een nalatenschap betrof. In het verpondingenregister van Twente over het jaar 1601 staat over Die Rasscherie dan ook geschreven: "weesende een kotterstede, toebehorende die erffgenamen van Johan Vockinck, is groett van vyff schepel geseys, unde licht wueste." Waarschijnlijk is deze Johan Vockinck de vader van Jan Camphorst's vrouw Hendricxken Fockinck. Toen Johan in die Kamphorst zich onder de naam Jan Camphorst te Voorst had gevestigd, bleek hij in Woolde veel schuldeisers te hebben achtergelaten. Tussen 1611 en 1617 kwamen maar liefst 35 personen en instanties opdagen, die verklaarden een vordering op Johan te hebben. De schepenen van Delden stelden hen bijna allen panden van Camphorst ter beschikking, die zij voor eigen gebruik mochten aanwenden of dmv een gerechtelijke verkoping te gelde mochten maken. Uit de schepenacten komen een aantal interessante zaken naar voren. Zo was er een vordering van Jacob Suiters, inzamelaar van misgelden, die er op duidt dat Johan ooit tot de RK kerk heeft behoord. Ook de "kerk van Hengelo" verkocht panden van Kamphorst. Deze kerk was de oorspronkelijke kapel van kasteel Hengelo en was zeker vanaf 1598, toen de troepen van de Prins van Oranje de in Hengelo gelegerde troepen van de Hertog van Alva definitief versloegen, protestants. In de excerpten van de schepenacten werd meestal niet vermeld wat de aard van de verschillende panden was. Wel is duidelijk dat er minstens 2 paarden en 5 koeien bij waren en dat Johan ook varkens hield. Voorts liet de drost van Haaksbergen gerechtelijk en bij opbod een partij gerst verkopen als pand van Camphorst, die 3 jaar achterstand had in de betaling van sloptienden. Ook de drost van het Land van Vollenhove liet bij opbod "zes schepel" gerst van Johan verkopen, eveneens wegens een betalingsachterstand van sloptienden. Hieruit blijkt dat Johan op meerdere plaatsen grond in pacht had. In een schepenacte van 1618 werd Johan de " meijer van Weddehoen" genoemd. Waarschijnlijk betekent dit dat hij de Kamphorst in pacht had van de Havezate van Weldam, die zijn bezittingen liet beheren vanuit de Hof van Weddehoen tussen Delden en Goor. Johan heeft zich niet altijd onberispelijk gedragen. De schepenen van Delden hadden een vordering op hem wegens een door hem gepleegd misdrijf en de richter van Borne wegens begane overtredingen.
In het thinsboek van het ambt van Voorst staat dat op 16 juli 1636 "Gerr:Jacobs goudsmit toe Deventer eert. Jan Camphorst" toestemming kreeg "uit 't veld in Aerdenbroek omtrent II schepel gesaijs te lande te maken". Hieruit blijkt dat enen Jan Camphorst voor 1636 eigenaar is geweest van een boerderij, mogelijk in het Aerdenroek tussen Appen en Apeldoorn, die later Gerrit Jacobs toebehoorde. Gezien het vroege jaartal lijkt het waarschijnlijk dat dit de boerderij is geweest waar Jan Camphorst alias Johan op die Kamphorst zich rond 1610 vanuit Twente heeft gevestigd.
Filho de Johan KAMPESHORST (Johan ten Kampeshorst) (ver I) e Ffenne ?
Casamento igreja <1600 em Delden of Hengelo (RK) com Henricxken FOCKINCK, nascida ±1570.
Deste casamento:
Jan Jansen (ver IIIa).
Hendrick Jansen (ver IIIb).

IIIa
Jan Jansen CAMPHORST, pachtboer, landbouwer (1648), nascido ±1600 em Appen (Voorst), falecido <1670 em Appen (Voorst).
Jan Jansen Senior was pachtboer, want in het verpondingskohier Voorst 1648 (RA Gelderland) staat : "'t Clooster Hunneps goet genaamt Kemmena, huijs, hoff, berch, omtrent 6 mudde geseeijs, noch 3 molder geseeijs in den Halmer soe ongebout blijft, en 3 koen weijdens, waervan 1 koe weijdens buijtendijcks. Verpacht aen Jan Camphorst voor ? dalers en 10 ricxdalers." Uit deze tekst blijkt dat Jan Jansen Senior in Appen woonde, een heel oude buurtschap met statige boerderijen. De erve Kemmena behoorde tot de gewaarde erven van de buurschap Appen en was eigendom van het cistercienzerklooster Ter Hunnepe te Deventer. De streek De Halmer lag bij de IJsseldijk ongeveer halverwege Appen en kasteel Nijenbeek. Op de afbeelding (boek) is het kasteel met de aangrenzende buitendijkse gronden afgebeeld. De afbeelding laat zien hoe de boerderijen, boerenwagens en de mensen er in de achttiende eeuw uitzagen. Ook in 1662 pachtte Jan Jansen nog steeds de hofstede Kemmena en het land in de Halmen. De boerderij is tot 1936 onder de naam Kemmena bewoond gebleven en kort daarna afgebroken. De locatie ervan is, samen met de locaties van andere oude boerderijen, afgebeeld op het kadasterplan van de buurtschap Appen van 1832. Het is ons niet gelukt de hand te leggen op oude foto's of andere afbeeldingen van de boerderij Kemmena. Wel kopieerden wij een foto van de voormalige voorgevel van de nabijgelegen boerderij "Otto Boelen Hofstede". Ook dit is een heel oude hoeve, die al voorkomt in een verkoopakte d.d. 26-09-1694. De 70-jarige bewoner van deze hofstede, die als kind met zijn geit op de foto staat afgebeeld, vertelde ons dat hij zich de boerderij Kemmena nog heel goed kan herinneren. Die stond op een paar honderd meter afstand van de Otto Boelen Hofstede, met de voorgevel naar het zuiden gericht. Hij verzekerde ons dat zowel het achterhuis als dce voorgevel van Kemmena vrijwel identiek waren aan die van de Otto Boelen Hofstede. Daarom hebben wij ook het achterhuis van de Otto Boelen Hofstede gefotografeerd. In de zijgevel van de Otto Boelen Hofstede zijn de luiken te zien, die vroeger dienden om de inhoud van de potstal te voorzien van plaggen en strooisel en om later de stalmest naar buiten te werken. De onderkant van deze luiken is het niveau tot waar de potstal gevuld kon worden. Naast de luiken is de cementen mestplaat te zien waarop de mestvaalt werd bewaard. Onder de mestplaat bevond zich een gierkelder, waarin zich de dunne mest van de koeien en het lekwater van de mestvaalt terechtkwam.
Volgens de lijst van heerdsteden van het ambt van Voorst woonde in 1749 in de hofstede "Kemna" een Jan Jansen Pouhuis. De boerderij bezat toen 10 morgen ofwel ongeveer 3 ha zandgrond.
Filho de Jan CAMPHORST (Joan, Johan op die Kamphorst) (ver II) e Henricxken FOCKINCK.
Esposada ..‑10‑1630 em Voorst, casamento igreja em 24‑10‑1630 em Voorst com Mechteld NELIS, nascida ±1605.
Deste casamento:

IIIb
Hendrick Jansen CAMPHORST, pachtboer, nascido ±1600, batizado (NDG) em Voorst.
Verpondingskohier Voorst 1648 (RA Gelderland) : "Enich weij- en bouwland groot ongeveer 8 mergen waervan eenderde saeijlandt, ende 12 mergen in Wilp gelegen, die alhier mede aengeslaegen sijn ende getaxeert op 150 gulden in 't Gietlsche Broeck ende opte scheijdingh van Gietel en Wilp geleegen, gehoorende tot Marien Vicarie, daervan vrouw van Nijenbeeck collatrix is, verpacht aan Henrick Jansen Camphorst voor dalers 150-0-0. Redelijck goet tot goet ackermael."
Hendrick Jansen's achterkleinzoon Jan Roeloffs had in 1739 nog steeds hetzelfde land in pacht dat hierboven beschreven wordt. Tot de goederen van de vicarie van Nijenbeek behoorde toen ook een boerderij in de buurt van De Kar in het Gietelse Broek, die tot in de 19e eeuw "De Nijenbeker Vicarie" werd genoemd. Mogelijk was dat de boerderij waarin niet alleen Hendrick Jansen maar ook zijn zoon Goossen en zijn achterkleinzoon Jan Roeloffs gewoond hebben.
Filho de Jan CAMPHORST (Joan, Johan op die Kamphorst) (ver II) e Henricxken FOCKINCK.
Esposada (1) <1630, casamento igreja <1630 com Anneken HENDRICKS, nascida ±1600, batizada ±1600, falecida <1658, sepultada <1658.
Esposada (2) ..‑01‑1659 em Voorst, casamento igreja em 27‑03‑1659 em Voorst (NDG) com Berentje WITSANTS, nascida ±1600, batizada ±1600.
A partir do primeiro casamento:
Jenneken Hendriks, nascida ±1630 em Voorst, batizada ±1630.
Casamento igreja em 16‑11‑1663 em Voorst (NDG), volgens CD 05 VVG gehuwd d.d. 26-10-1662 com Roelof TONISSEN, nascido ±1630, batizado ±1630, filho de Thonis WITSANTS e Berentje WITSANTS.
Goossen Hendriks (ver IVd).
Gerrit Hendriks (ver IVe).

IIIc
Lambert Jansen CAMPHORST (Lambert Freriks ?), landbouwer, nascido ±1600. Jan Camphorst's zoon Lambert was in 1632 al landbouwer in de buurschap Gietel, want hij werd toen genoemd in het mergentallsboek van de marke van Gietel. Vermoedelijk had hij toen land van deze marke in pacht of erfpacht. In 1648 was hij ook eigenaar geworden van een boerderij. De samenstelling van dit bezit blijkt uit de volgende tekst in het verpondingskohier Voorst 1648 (RA Gelderland) : "Camphorstes huijs, hoffstede toecommende Lambert Camphorst, groot 4 mergens half saeij, half weijlantt, verpacht aan Jan Tonissen voor 16 dalers. Eijgener Lambert Camphorst." Ook had hij nog "1/2 mergen van den Nijencamp, saeijlandt". Ook in 1662 bezat Lambert nog steeds de 4 mergen verpacht aan Jan Tonissen en de 1/2 mergen van de Nijencamp. De hofstede Nijencamp behoorde tot de gewaarde erven van de buurschap Gietel. Het is eenvoudig te verklaren waarom Lambert zijn eigen boerderij verpacht had aan Jan Tonissen. Hij had immers in 1632 ook al land in pacht van de marke van Gietel. Mogelijk heeft Lambert de hofstede en het bijbehorende land pas na 1632 geërfd van zijn vader. Had Johan op die Kamphorst in Voorst al een gedeelte van zijn kapitaal in veiligheid gesteld voordat hij in Woolde de plaat poetste ? Filho de Jan CAMPHORST (Joan, Johan op die Kamphorst) (ver II) e Henricxken FOCKINCK.
criança:

IVa
Jan Jansen CAMPHORST (Kamphorst), knecht (1659), nascido ±1630, volgens Wilko Kamphorst geb. ca 1638, batizado ±1630, falecido <1670. Evenals zijn ouders woonde Jan Jansen te Appen, waarschijnlijk in de boerderij Kemmena.
Op 22-4-1665 was Jan Jansen Camphorst met zijn vrouw Mechteld Melissen en met haar broers Henderick en Derck Melissen betrokken bij het transport va het Herengoed De Beentercamp in de buurtschap Wenum bij Apeldoorn. (Bron Herengoederen op de Veluwe, deel 4, nr. 698). Het Herengoed bestond uit "een kamp lands genaamt den Beentercamp, groot omtrent 4 mudde gezaais, in het buurtschap Wenum gelegen, nog zeven akkers in de Wenummer Enck en een half deel op de Wennummergemeente".
In 1667 had een Derck Lamberts te Wenum een schuldvordering op Jan Camphorst. Mogelijk woonde Jan Jansen toen al te Wenum.
Filho de Jan Jansen CAMPHORST (ver IIIa) e Mechteld NELIS.
Esposada (1) ..‑10‑1658 em Voorst, casamento igreja em 24‑10‑1658 em Voorst com Mechteld MELISSEN, nascida ±1630 em Wenum (Apeldoorn), batizada ±1630, filha de Melis HENDRIKS e Jenneke N..
Casamento igreja (2) ±1670 com Evertjen JANSEN, nascida ±1645.
A partir do primeiro casamento:
Jenneken Jansen, nascida ±1658 em Appen, batizada (NDG) em 12‑12‑1658 em Voorst.
Casamento igreja em 14‑09‑1684 em Zutphen com Jan CLAESENS, ruiter, nascido ±1658, batizado ±1658.
Stijntje Jansen, nascida ..‑12‑1658 em Appen, batizada (NDG) em 02‑01‑1659 em Voorst.
Zwaantjen (Swaantje) Jansen (Kamphorst), nascida ..‑07‑1665 em Appen, batizada (NDG) em 16‑07‑1665 em Voorst, falecida <20‑3‑1698.
Casamento igreja ±1690 em Voorst com Jan DERKS (Dirks), nascido ±1665, batizado ±1665.
A partir do segundo casamento:
Jentjen Jansen, nascida ..‑11‑1679 em Voorst, Appen, batizada (NDG) em 23‑11‑1679 em Apeldoorn.

IVb
Gerrit Jansen CAMPHORST (Gerrit Int Huys), nascido ±1635 em Voorst, batizado ±1635 em Voorst, falecido <18‑3‑1703. De vermelding "dros" in het begraafboek van Voorst duidt op de oorzaak van het overlijden van Jenneken Henricks. Dros of kwade droes of malleüs was een bacillaire infectieziekte, waarbij koorts, zwelling van de lymfeklieren en versterf van de huid en inwendige organen optrad. Omdat men nog niet beschikte over antibiotica, konden dergelijke ziekten een dodelijke afloop hebben. Het is dus begrijpelijk dat in het begraafboek melding werd gemaakt van deze gevaarlijk besmettelijke ziekte. Filho de Jan Jansen CAMPHORST (ver IIIa) e Mechteld NELIS.
Casamento igreja (1) ca. 1657 com Jenneke GERRITS, nascida ±1635, falecida ±1659.
Esposada (2) em 16‑10‑1659 em Voorst, casamento igreja em 29‑11‑1659 em Voorst com Jenneken HENRICKS, nascida ±1640, batizada ±1640, falecida ..‑02‑1723 em Voorst, sepultada em 25‑02‑1723 em Voorst, filha de Henric JANS.
A partir do segundo casamento:
N. Gerrits, nascido ..‑05‑1669 em Voorst/Empe, batizado (NDG) em 02‑05‑1669 em Voorst.
Jan Gerrits (ver Ve).

IVc
Arent Jansen CAMPHORST (Kamphorst), nascido ±1637 em Gietel (Wilp), batizado (NDG) ±1637 em Apeldoorn. Stichter van de tak van Apeldoorn.
Voordat Arent Jansen en Stijntje Gerrits naar Wiesel verhuisden, hadden zij geruime tijd in het Gietselse Broek of Aardenbroek gewoond in het kerspel Wilp. 1665 werden nl. "vijf perselen landts int Gijttelse Broeck" verkocht. De percelen lagen "suijdens ande straetweg", grensden aan de oostkant aan "het Velt" en sloten in het noorden aan bij het "Arent Camphorst landt". Op het overzichtskaartje van de tak van Voorst hebben wij aangegeven waar dat land van Arent Camphorst ongeveer geweest moet zijn. In 1677 verkochten Arent Jansen en Stijntje Gerrits voor fl. 110,-- hun bezit in het Gietelse Broek, nl. "haer aenpart van een erff en goet genaemt Den Lochem" in de buurtschap Aerdenbroek van het kerspel Wilp (afb. 5). Uit de koopakte blijkt dat de koper Evert Evertsen, en later diens weduwe, de koopsom schuldig bleef tot 1684. Arent woonde in 1679 al in het kerspel Apeldoorn. Een Betje Arents Kamphorst trouwde op 17-11-1720 te Harderwijk met de weduwnaar Egbert Jacobse. Bij hun huwelijk woonden de bruid en de bruidegom beiden te Harderwijk.
Filho de Jan Jansen CAMPHORST (ver IIIa) e Mechteld NELIS.
Esposada em 12‑10‑1662 em Voorst, casamento igreja em 09‑11‑1662 em Voorst (testemunhas: Gerrit Teunis, Peter Geurtsen) com Stijntje GEURTS (Stijntje Gerrits, Gaarts), nascida ±1638 em Gietel ? (fac├º├úo: NDG), filha de Geurt JANSEN (Gerrit ?).
Deste casamento:
Jenneken Arents KAMPHORST, nascida ..‑12‑1664 em Gietel, batizada (NDG) em 18‑12‑1664 em Voorst.
Teunis Arents, nascido ±1668 em Gietel ? Batizado (NDG) em Voorst, falecido <1695.
Casamento igreja ca. 1690 com Aaltjen EGBERTS, nascida ±1670 em Wijssel.
Gerriken Arents, nascida ..‑10‑1679 em Gietel ? Batizada (NDG) em 12‑10‑1679 em Apeldoorn.
Betje Arents, nascida ±1682 em Gietel ? Batizada (NDG) em Apeldoorn.
Esposada (1) em 31‑08‑1710 em Harderwijk, casamento igreja ..‑09‑1710 em Harderwijk (NDG) com Samuel Marcelisse (Samuel Jansz, Samuel van Leijenhorst), smid, nascido ±1680 em Scherpenzeel, falecido <1719.
Casamento igreja (2) em 17‑11‑1720 em Harderwijk (NDG) com Egbert JACOBSE (Eijbert ?), nascido ±1680.

IVd
Goossen Hendriks CAMPHORST, pachter bij de Grote Wetering in het Gietelse Broek op de grens van de kerspels Wilp en Voorst, nascido ±1632 em Voorst, batizado ±1632, filho de Hendrick Jansen CAMPHORST (ver IIIb) e Anneken HENDRICKS.
criança:

IVe
Gerrit Hendriks CAMPHORST, nascido ±1635 em Voorst. Van Gerrit Kamphorst weten wij slechts dat hij een zoon Henrick Gerrits had en een dochter Jenneken. Daaruit hebben wij ook geconcludeerd dat hij waarschijnlijk zelf een zoon was van Hendrick Jansen Camphorst. Het was immers de gewoonte dat men de oudste zoon vernoemde naar diens grootvader van vaderszijde. In 1679 verkochten Henrick Gerrits en zijn vrouw een stuk land in de buurtschap Gietel, wat blijkt uit de volgende tekst: "Op 22-06-1679 hebben Henrick Gerrits Camphorst en Lijsbeth Wijnoltz, echtelieden , opgedragen aan Justigen Arents, weduwe van zaliger Warnar Herments Timmermans, twee acker lants te Voorst Buurschap geijtel in een camp genaamt het Wijfkenhart gelegen oostw. d'Jfr Over. Wijnbergen, suitw. Jan Steevens, noortw. Jacob Hergerts erfgen. en west. desgelijx" Omdat er in 1679 nog geen kadasterplans bestonden, moest de ligging van het bezit worden aangeduid door de eigenaren van de omliggende percelen te vermelden. Ons is de ligging van dit stuk land niet bekend. Filho de Hendrick Jansen CAMPHORST (ver IIIb) e Anneken HENDRICKS.
crianças:
Henrick Gerrits, nascido ±1665 em Voorst. In het thinsboek van het ambt van Voorst staat te lezen dat Hendrik Gerritsen Camphorst in 1701 een stuk land had verkocht aan Hermen Warners. Zowel eerdere als latere eigenaren van dit land woonden te Gietel, wat in overeenstemming is met het feit dat Hendrik Gerritsen's grootvader Hendrik Jan Camphorst land in pacht had in het Gietelse Broek.
Casamento igreja ca. 1692 com Lijsbeth WIJNOLTZ, nascida ±1667.
Enneken Gerrits, nascida ±1670 em Voorst.
Casamento igreja (1) ±1695 com Jan JANSEN, nascido ±1670, falecido <1700.
Casamento igreja (2) em 01‑08‑1700 em Voorst (testemunhas: Gerrit Henriks) com Jan BERENTS, nascido ±1675.
Jenneken Gerrits, nascida ..‑06‑1684 em Voorst, batizada em 22‑06‑1684 em Voorst, falecida <1702 em Voorst.
Casamento igreja em 10‑03‑1700 em Voorst (testemunhas: Gerrit Everts) com Gerrit HENRIKS, nascido ±1679, filho de Henrik JANS.

IVf
Gerrit Lamberts CAMPHORST (Garrit), landbouwer, scheuter, nascido ±1650 em Voorst, falecido ..‑04‑1737 em Voorst, sepultado em 17‑04‑1737 em Voorst. De hofstede Papencamp, waarin Gerrit van voor 1692 tot aan zijn dood in 1737 heeft gewoond, lag aan de huidige Breestraat, die de grens vormde tussen de buurschap Empe en de buurschap Voorst en Noord-Empe. Nu is deze straat de grens tussen de gemeente Voorst en de gemeente Brummen. De boerderij lag aan de zuidzijde van de Breestrat en behoorde tot de gewaarde erven van de marke van Empe. Gerrit was daar pachter, want hij werd in het markenboek nergens genoemd als een van de geërfden. De boerderij werd in de tweede helft van de twintigste eeuw ingrijpend gerestaureerd en verbouwd. De huidige bewoners hebben echter een foto in hun bezit, die voorafgaande aan de verbouwing genomen is. In 1696 werd Gerrit Camphorst angeduid als scheuter van de marke van Voorst en Noord Empe. Tot zijn standaarduitrusting behoorde kennelijke een baaien rok, zoals blijkt uit de volgende teksten in het markenboek. "De Heeren Erfgenaemen hebben Garrit Kamphorst scheuter van de Marke uit pure liberaliteit toegeleijt een e=beije rock ter somma van 10 gulden met conditie dat hij sijne functie wel en nae behooren sal waarneemen, dat daer op niets sal vallen te seggen" en "de scheuter sal een nieuwe rock hebben ad 10 gulden als naar oud gebruik". Tot Garrit's functie behoorde o.a. het beschermen van de gemeenschappelijke gronden tegen loslopend vee, zoals blijkt uit de volgende opdracht, opgetekend in het markenboek in 1706 : "De scheuter wordt gelast dat diegen die beesten, paerden, schaepen, varkens op de straaten hebben loopen sonder hoeder dat hij deselve sal hebben te schatten volgens het oude gebruik." Ook moest de scheuter fungeren als een soort veldwachter, want in 1708 staat in het markenboek de volgende opdracht geschreven : "De scheuter wordt gelast speciael op Sondagh agt te geven op 't raasen van de jongens door inwerpen van glaesen of andere moetwilligheijt." Soms kon de scheuter wat bijverdienen. In 1730 b.v. eisten Garrit Kamphorst en Bloemen Kolck van de marke betaling van 10 gulden elk voor "het opmaeken der weegen voor enige jaren geschiet." Toen Gerrit in 1737 overleden was, werd er nog enige tijd voor zijn vrouw gezorgd. "De weduwe van den overleeden scheuter wordt bij provisie voor een jaar gelaeten.", filho de Lambert Jansen CAMPHORST (Lambert Freriks ?) (ver IIIc).
Casamento igreja em 28‑11‑1697 em Voorst com Jenneken CORNELISSEN, nascida ..‑09‑1675 em Voorst, batizada (NDG) em 19‑09‑1675 em Voorst, falecida ..‑02‑1738 em Voorst, sepultada em 15‑02‑1738 em Voorst.
Deste casamento:
Lambert Gerrits (ver Vh).

Va
Jan Jansen KAMPHORST, nascido ±1659 em Appen. Jan is de derde Jan Jansen Kamphorst in successie die met zijn gezin in de buurtschap Appen woonde. Waarschijnlijk woonde ook hij in de hofstede Kemmena. Filho de Jan Jansen CAMPHORST (Kamphorst) (ver IVa) e Mechteld MELISSEN.
Casamento igreja ca. 1679 com N. N., nascida ±1657, batizada ±1657.
Deste casamento:
Gerrit Jansen, nascido ..‑08‑1689 em Appen, batizado em 11‑08‑1689 em Appen.

Vb
Heimerick Jansen CAMPHORST (Kamphooft), ruiter (1690), nascido ..‑02‑1660 em Appen, batizado (NDG) em 12‑02‑1660 em Voorst, falecido ..‑01‑1727 em Voorst, sepultado em 04‑01‑1727 em Voorst. De vermelding "gutte" in het begraafboek van Voorst verwijst naar de orzak van het overlijden van de dochter van Heimerick en Janna. Gutte of belroos of wondroos of erysipelas is een door streptokokken veroorzaakte huidziekte , waarbij abcessen en het afsterven van lichaamsweefsel optreden. Filho de Jan Jansen CAMPHORST (Kamphorst) (ver IVa) e Mechteld MELISSEN.
Esposada (1) ..‑01‑1686 em Voorst, casamento igreja em 10‑01‑1686 em Voorst (testemunhas: Jan Helmichs, Egbert Egberts) com Trijntje JACOBS, nascida ±1660, batizada ±1660, falecida <1722 em Voorst, sepultada <1722, filha de Jacob HENDRICKS.
Casamento igreja (2) <1723 (NDG) com Janna ? Nascida ±1680, batizada ±1680.
A partir do primeiro casamento:
Gerritjen Heimericks (Kamphooft), nascida ..‑05‑1706 em Voorst, batizada (NDG) em 30‑05‑1706 em Voorst.
Arent Heimericks, nascido ±1710 em Voorst, batizado (NDG) ±1710 em Voorst.
A partir do segundo casamento:
N. Heimericks, nascida <1723 em Voorst, falecida em 17‑10‑1723 em Voorst.

Vc
Berent Jansen CAMPHORST (Kamphorst), ruiter te Voorst (1729), nascido ..‑08‑1661 em Appen, batizado (NDG) em 18‑08‑1661 em Voorst, falecido em 29‑09‑1732 em Voorst. Zutphen was in 1729 al een bekende garnizoensplaats, waar veel mannen emplooi vonden. Berend was kennelijk tot op hoge leeftijd een "gegageerd ruiter" of wel beroepscavallerist. Filho de Jan Jansen CAMPHORST (Kamphorst) (ver IVa) e Mechteld MELISSEN.
Esposada (1) <1688, casamento igreja <1688 com Mechteld CAMPHORST, nascida ±1670, batizada ±1670, falecida <1728.
Esposada (2) em 02‑10‑1729 em Voorst, casamento igreja em 19‑10‑1729 em Zutphen com Maria JANSEN, nascida ±1675 em Zutphen, batizada ±1675.
A partir do primeiro casamento:
Mechteld Berents (Kamphorst), nascida ..‑08‑1698 em Voorst, batizada (NDG) em 14‑08‑1698 em Voorst.

Vd
Gerrit Jansen CAMPHORST (Kamphooft), dros, nascido em 02‑10‑1663 em Appen, batizado (NDG) em 16‑10‑1663 em Voorst, falecido ..‑04‑1737 em Voorst, sepultado em 17‑04‑1737 em Voorst. Gerrit's dochter Mechteld werd op 05-06-1735 lidmaat van de NDG Kerk te Harderwijk komende uit Deventer. In Harderwijk werd zij dienstmeid bij burgemeester Jacob Schrassert. Kennelijk was haar eerste echtgenoot toen al overleden. Filho de Jan Jansen CAMPHORST (Kamphorst) (ver IVa) e Mechteld MELISSEN.
Esposada ..‑01‑1692 em Voorst, casamento igreja em 28 anos de idade em 24‑01‑1692 em Voorst (NDG) (testemunhas: Hendrik Lamberts, Jan Jansen, Peter Geurts) com Derksken LAMBERTS, nascida ..‑09‑1668 em Voorst, batizada (NDG) em 27‑09‑1668 em Voorst, falecida ..‑02‑1738 em Voorst, sepultada em 15‑02‑1738 em Voorst, filha de Lambert FREDERIKS (Lammert Freriks), dienstknecht bij Hendrick Beumer op het Hoen, e Teunisken HENDRICKS.
Deste casamento:
Jan Gerrits (Kamphorst, Kamphooft), nascido ..‑10‑1702 em Voorst, batizado (NDG) em 15‑10‑1702 em Voorst, falecido em 07‑05‑1737 em Voorst, sepultado ..‑05‑1737 em Voorst, niet zeker of deze overlijdens/begraafdatum klopt, kan ook Jan Camphorst (nr. 6144) zijn.
Esposada (1) <1734, casamento igreja <1734 com ? ? Nascida ±1704, batizada ±1704, falecida <1735, sepultada <1735.
Esposada (2) ..‑06‑1736 em Voorst, casamento igreja em 30‑06‑1736 em Voorst, ook 30-09-1736 wordt vermeld in VG 2000-5 ? Esposa ├⌐ Geesken HERMENS, nascida ±1705, batizada ±1705, falecida ..‑11‑1751 em Voorst, sepultada em 29‑11‑1751 em Voorst.

Ve
Jan Gerrits CAMPHORST, nascido ±1670 em Voorst, batizado ±1670 em Voorst, falecido <1730 em Voorst. Ons werd gerapporteerd dat er rond 1700 nog een andere Jan Gerrits leefde in het woongebied van de tak van Voorst. Ook deze was getrouwd met een Berendjen Gerrits. Hij kreeg echter zes kinderen in de kerspels Wilp en Twello. Ook hij had een zoon Gerrit Jan, maar die werd in 1710 geboren en noemde zich Gerrit Jan Kruijtbos. Dit alles duidt er op dat wij hier te doen hebben met een andere Jan Gerrits, die niet in het kerspel Voorst maar op de erve Kruytbos in het Aerdenbroek in het kerspel Wilp heeft gewoond. Filho de Gerrit Jansen CAMPHORST (Gerrit Int Huys) (ver IVb) e Jenneken HENRICKS.
Esposada (1) ..‑03‑1703 em Voorst, casamento igreja em 18‑03‑1703 em Voorst com Berentjen GERRITS, nascida ±1670, batizada ±1670, filha de Gerrit AALBERS.
Casado (2).
A partir do segundo casamento:
Gerrit Jan Jansen, nascido ..‑05‑1691 em Voorst, batizado (NDG) em 24‑05‑1691 em Voorst.
A partir do primeiro casamento:
Abraham Jansen (ver VIh).

Vf
Gerrit Arents KAMPHORST (Geurt Camphorst), landbouwer met knecht en meid, 2 heerdsteden en 6,67 morgen bezaaid land. Betaalde samen met zoon Teunis 36 gulden pacht. (bron Lijst van alle ingezetenen inden Ampte van Apeldoorn December 1747, nascido ..‑08‑1663 em Gietel, volgens MyHeritage geb. 02-10-1663, batizado (NDG) em 16‑08‑1663 em Voorst, volgens MyHeritage ged. 16-10-1663, falecido em 15‑05‑1758 para 04.00 hora em Wiesel (declara├º├úo: Jan Jacobs), sepultado em 19‑05‑1758 em Apeldoorn, droeg in 1722 2 gulden bij aan kosten beroepen predikant van Apeldoorn (bron : Cedule van uitsettinghe 's kerspels Apeldoorn, kosten over 't beroep van den tegenwoordige predicant Ds. Theordorus van Eijbergen. Oud Archief Apeldoorn)
Volgens een bevolkingsregistratie was Gerrit in 1747 en 1749 landbouwer te Wiesel, met een schaapherder en een meid, 2 heerdsteden en 6,67 morgen bezaaide zandgrond. Uit een akte uit 1749 blijkt dat zijn grond ten zuiden aan "de gemeente" grensde en ten noorden aan de Molenbeek. De aanwezigheid van een inwonende schaapherder in Gerrit's huis geeft aan dat Gerrit graasrechten had in de "gemene gronden" van de marke van Wiesel. Tot het midden van de negentiende eeuw was de Veluwe voor het grootste deel bedekt met heidevelden, waarop schapen konden grazen. De schapen werden niet alleen gehouden voor de wol, maar ook voor de mest. Gedurende de nacht werden zij daarvoor ondergebracht in schappskooien op schappskotten, waarin zij hun uitwerpselen achterlieten. De foto toon het scheren van de schapen bij een schaapskooi. In 1753 moest Gerrit fl. 7,-- betalen voor heerlijkheidslasten aan de Heerlijkheid 't Loo. Dit was de hoogste aanslag die in het kerspel Apeldoorn aan een Kamphorst werd opgelegd. Ook Gerrit's consumptie was aanmerkelijk hoger dan van de andere Kamphorsten. Dezelfde Heerlijkheid stuurde hem over de jaren 1752 en 1753 een hogere omslag, nl. 6 stuiver voor wijn en azijn, 2 gulden voor bieren, 16 gulden voor vijf "specien" en 12 stuiver voor moutcijs en zeep. Op 30 april 1701 verscheen als getuige voor de "scholtis des Ampts Apeldoorn" Gerrit Camphorst, oud ongeveer 30 jaren. Hij verklaarde te weten dat "de buirrichter van Wijssel 4 jaar geleden op Sonnendach hadde kerckespraeck laeten doen tot Apeldoorn, dat alle uijtheijmsche die turft uijt Wijsselerveldt hadden gegraeven souden coomen op maendag daeraen ende wijsen haer turft aen ende accorderen daerover." Gerrit had gezien dat op diezelfde "Sonnendach nae de middach" enkele "uijtheijmsche waegens int Wijsselerveldt sijn gecomen om turft te haelen" en dat "Jan Dercx van Weenum oock daerbij was". Jan Dercx had beloofd dat hij "des anderen daechs bij de buirrichter en de erfgenaemen van Wijssel" zou komen om "over die breucke van sijn gegraeven turft te accorderen." Jan Dercx werd ervan beschuldigd de turven niet betaald te hebben, maar de scheuter van de marke van Wijssel beweerde gezien te hebben dat Jan Dercx aan de buirrichter twee gulden betaalde. Mogelijk was hier corruptie in het spel.
Filho de Arent Jansen CAMPHORST (Kamphorst) (ver IVc) e Stijntje GEURTS (Stijntje Gerrits, Gaarts).
Casamento igreja ca. 1701 em Voorst ? Esposa ├⌐ Steventje BERENDS, nascida ..‑06‑1678 em Apeldoorn, batizada (NDG) em 02‑06‑1678 em Apeldoorn, falecida em 10‑09‑1751 para 10.00 hora em Wiesel (declara├º├úo: Gerrit Harms), sepultada em 14‑09‑1751 em Apeldoorn, filha de Berend GOSENS e Lubbertje HENDRICKS.
Deste casamento:
Geurt Gerrits, nascido ..‑10‑1702 em Wiesel, batizado (NDG) em 08‑10‑1702 em Vaassen.
Berent Gerrits, nascido ..‑02‑1704 em Wiesel, batizado (NDG) em 17‑02‑1704 em Apeldoorn, falecido em 16‑08‑1747 para 14.00 hora em Wiesel (declara├º├úo: Eijmbert Goverts), sepultado em 21‑08‑1747 em Apeldoorn.
Lubbertjen Gerrits, nascida ..‑03‑1706 em Apeldoorn, batizada (NDG) em 09‑04‑1706 em Apeldoorn.
Stijntien Gerrits, nascida ..‑05‑1711 em Wiesel, batizada (NDG) em 30‑05‑1711 em Apeldoorn, falecida <1716 em Wiesel ?
Stijntje Gerrits, nascida ..‑02‑1716 em Wiesel, batizada (NDG) em 23‑02‑1716 em Apeldoorn, falecida em 19‑11‑1782 em Huijzen.
Casamento em 22‑06‑1749 em Huijzen com Timen Swanninghsz VOS, smid, nascido ..‑10‑1722 em Huijsen, batizado em 11‑10‑1722 em Huijsen, falecido em 30‑03‑1810 em Huijsen, filho de Swaningh Tijmensz VOS e Judicken Jans van SCHAIK.
Theunis Gerrits (ver VIk).
Gerrit Gerrits (ver VIl).
Goossen Gerrits (ver VIm).

Vg
Roeloff Goossens CAMPHORST, pachter van ongeveer 8 roeden land bij het Kruitbosch aan het einde van de Grote Wetering, op de grens tussen de kerspels Voorst en Wilp, behorende aan Derk Jan van Stepraad tot den Slangenburg, en van 12 morgen land onder Wilp van de Nijenbeecker Vicarie (Rechterlijke archieven Veluwe en Veluwezoom, RA Gelderland , inv. 151), nascido ±1660 em Voorst, batizado ±1660 em Voorst, falecido ..‑05‑1721 em Voorst, sepultado em 27‑05‑1721 em Voorst, filho de Goossen Hendriks CAMPHORST (ver IVd).
Casamento igreja ca. 1684 em Voorst com Jenneke ALBERS (?), nascida ±1660 em Voorst, batizada ±1660 em Voorst.
Deste casamento:
Anna Roelofs, nascida ±1685 em Gietelsebroek, batizada ±1685 em Voorst, falecida ..‑12‑1747 em Voorst, sepultada em 04‑12‑1747 em Voorst.
Jan Roeloffs, pachter, nascido ±1690 em Gietelse Brouck of Aerdenbroek, batizado ±1690 em Voorst of Wilp, falecido em 23‑04‑1758 em Voorst, sepultado em 27‑04‑1758 em Wilp.
Casamento igreja ca. 1715 com ? ? Nascida ±1690, batizada ±1690, falecida em 29‑06‑1770 em Voorst, sepultada em 03‑07‑1770 em Voorst.
Harmen Roelofs, nascido ±1692 em Voorst, batizado ±1692 em Voorst, falecido em 11‑12‑1721 em Gietel, sepultado ..‑12‑1721.

Vh
Lambert Gerrits CAMPHORST, scheuter, nascido ..‑03‑1692 em Empe (Breestraat in de hofstede Papencamp), batizado (NDG 1736) em 20‑03‑1692 em Voorst, volgens familysearch ged. 30-03-1692, falecido em 24‑08‑1750 em Voorst, sepultado em 27‑08‑1750 em Voorst. Op 27 mei 1738 volgde Lambert zijn vader Garrit op als scheuter van de Marke van Voorst en Noord-Empe. "Is bij de efgenamen als scheuter aangesteld Lambert Camphorst mits sijn eed te doen." Hij heeft deze functie zeker uitgeoefend tot 1746 en waarschijnlijk tot zijn dood in 1750. Zijn weduwe kreeg op 23-5-1752 en op 4-6-1754 nog toestemming om "haren met een afdak gesetten berg" op het land van de marke "gratis te bewonen." In 1754 was dit "afdak aan haaren saatberg onder haar huijs" afgebrand.
In de cedule van heerdsteden van het ambt van Voorst over 1749 staat dat Lambert Camphorst en zijn vrouw in dat jaar op de "Heijligen Geesthofstede" woonden. Vermoedelijk is dat de hofstede waarover in de laatste alinea van de inleidende tekst over de tak van Voorst op pagina 25 van het boek geschreven wordt. In 1749 was deze nog eigendom van het Heilige Geesten Gasthuis te Deventer. Mogelijk werd de boerderij, al of niet spottend, ook de Papencamp genoemd. Overeenkomsten tussen de Heijligen Geesthofstede en de Papencamp zijn dat zij beide bij Noord Empe lagen en 5 morgen ofwel ongeveer 1,5 ha zandgrond bezaten.
Filho de Gerrit Lamberts CAMPHORST (Garrit) (ver IVf) e Jenneken CORNELISSEN.
Esposada ..‑01‑1738 em Voorst, casamento igreja em 26‑01‑1738 em Voorst com Janna LAMBERTS, nascida ..‑11‑1711 em Voorst, batizada (NDG) em 15‑11‑1711 em Voorst.
Deste casamento:
Janna Lamberts, nascida ±1737 em Voorst, batizada (NDG) ±1738 em Voorst, falecida em 04‑06‑1807 em Voorst, sepultada em 06‑06‑1807 em Voorst.
Garrit Lamberts, nascido ..‑03‑1739 em Voorst, batizado (NDG) em 04‑03‑1739 em Voorst, falecido em 19‑11‑1740 em Voorst, sepultado ..‑11‑1740 em Voorst.
Lambert Lamberts, nascido ..‑06‑1740 em Voorst, batizado (NDG) em 05‑06‑1740 em Voorst, falecido em 07‑08‑1750 em Voorst, sepultado em 11‑08‑1750 em Voorst.
Jenneken Lamberts KAMPHORST, nascida ..‑06‑1743 em Voorst, batizada (NDG) em 30‑06‑1743 em Voorst, falecida ..‑01‑1744 em Voorst, sepultada em 28‑01‑1744 em Voorst.
Garrit Lamberts (Kamphorst), nascido ..‑12‑1744 em Voorst, batizado (NDG) em 20‑12‑1744 em Voorst, falecido ..‑08‑1749 em Voorst, sepultado em 15‑08‑1749 em Voorst.
Teunis Lamberts, nascido ..‑01‑1746 em Voorst, batizado (NDG) em 30‑01‑1746 em Voorst, falecido em 26‑09‑1801 em Voorst, sepultado em 30‑09‑1801 em Voorst.
Esposada em 07‑07‑1781 em Beekbergen, ondertrouw te Voorst d.d. 25-07-1781, casamento igreja em 29‑07‑1781 em Voorst (NDG) com Janna Aalberts WIJERS (Janna Wijers Alberts), nascida ±1733 em Voorst, batizada ±1733 em Voorst, falecida em 10‑06‑1804 em Voorst, sepultada em 14‑06‑1804 em Voorst.
Teunisken Lamberts, nascida ..‑02‑1747 em Voorst, batizada (NDG) em 19‑02‑1747 em Voorst, falecida em 22‑02‑1747 em Voorst, sepultada em 25‑02‑1747 em Voorst.
Garritje Lamberts, nascida ..‑07‑1749 em Voorst, batizada (NDG) em 06‑07‑1749 em Voorst.

VIa
Jan Heimericks KAMPHORST (Jan op de Ossenkamp ?), nascido ..‑11‑1686 em Voorst, batizado (NDG) em 21‑11‑1686 em Voorst, filho de Heimerick Jansen CAMPHORST (Kamphooft) (ver Vb) e Trijntje JACOBS.
Esposada ..‑07‑1713 em Voorst, casamento igreja em 23‑07‑1713 em Voorst (testemunhas: ouders Gerrit Camphorst) com Jenneken LAMBERTS, nascida ±1690, batizada (NDG) ±1690 em Voorst, falecida em 09‑06‑1736 em Voorst, sepultada ..‑06‑1736 em Voorst, filha de Lambert FREDERIKS (Lammert Freriks), dienstknecht bij Hendrick Beumer op het Hoen, e Teunisken HENDRICKS.
Deste casamento:
Megtelt Jansen (ver VIIa).
Harmijne Jansen, nascida ..‑07‑1719 em Voorst, batizada (NDG) em 16‑07‑1719 em Voorst.
Lammert (Lambert) Jansen, smidsknecht in de Amstelstraat te Amsterdam, nascido ±1722 em Voorst, falecido ..‑07‑1750 em Amsterdam, sepultado em 11‑07‑1750 em Amsterdam, Leidse Kerkhof aan de Heiligeweg, in 1743 was een Lammert Kamphorst lidmaat van de NDG Kerk te Harderwijk. Deed belijdenis op 14 april en vetrok later dat jaar naar Amsterdam.
Janna Jansen, nascida ..‑07‑1723 em Voorst, batizada (NDG) em 10‑08‑1723 em Voorst.

VIb
Weime (Wijme) Heimericks CAMPHORST (Willemken), nascida ..‑02‑1688 em Voorst, batizada (NDG) em 12‑02‑1688 em Voorst, falecida em 30‑04‑1751 em Voorst, filha de Heimerick Jansen CAMPHORST (Kamphooft) (ver Vb) e Trijntje JACOBS.
Casamento igreja em 06‑03‑1712 em Voorst (NDG) com Hermen PETERS (Harmen), nascido ±1685, filho de Jan Peter HERMENS.
Deste casamento:
Lijsbet, nascida ±1712 em Voorst.
Margrita, nascida ..‑01‑1716 em Voorst, batizada (NDG) em 05‑01‑1716 em Voorst.
Peternelle HERMSEN, nascida ..‑07‑1722 em Voorst, batizada em 26‑07‑1722 em Voorst (testemunhas: Lijsbet Hermsen, dochter).

VIc
Jenneken Heimericks CAMPHORST, nascida ..‑01‑1690 em Voorst, batizada (NDG) em 19‑01‑1690 em Voorst, falecida ..‑07‑1720 em Voorst, sepultada em 06‑07‑1720 em Voorst, filha de Heimerick Jansen CAMPHORST (Kamphooft) (ver Vb) e Trijntje JACOBS.
Casamento igreja em 18‑02‑1713 em Voorst com Willem Garrits KLUMPERT (Willem Gerrits), nascido ..‑07‑1688 em Voorst, batizado em 29‑07‑1688 em Voorst, falecido ..‑09‑1744 em Voorst, sepultado em 08‑09‑1744 em Voorst, filho de Gerrit Peters KLUMPERT.
Deste casamento:
Peter Willemsen, nascido ..‑06‑1715 em Voorst, batizado (NDG) em 03‑06‑1715 em Voorst.
Trijne Willemsen, nascida ..‑08‑1718 em Voorst, batizada (NDG) em 28‑08‑1718 em Voorst.
Jenneken Willemsen, nascida ±1720 em Voorst, batizada (NDG) em 21‑09‑1721 em Voorst.

VId
Mechteld Heimericks CAMPHORST (Magtelt Kamphorst), dienstmeid bij Jacob Schrassert, burgemeester Harderwijk (1735), nascida ..‑05‑1701 em Voorst, batizada (NDG) em 16‑05‑1701 em Voorst, filha de Heimerick Jansen CAMPHORST (Kamphooft) (ver Vb) e Trijntje JACOBS.
Esposada (1) em 06‑10‑1725 em Breda, casamento igreja em 04‑11‑1725 em Breda (NDG Grote Kerk) com Hendryk SPRIECK (Jan Hendriksen Sprik, Sprick, Sprijk), soldaat in het regiment van colonel Van den Boetzelaer, kleermaker, nascido ±1700, falecido em 25‑08‑1757 em Voorst, sepultado em 29‑08‑1757 em Voorst.
Casamento igreja (2) em 14‑05‑1758 em Voorst (NDG) com Roelof BARTELS, nascido ..‑12‑1720 em Voorst, batizado em 22‑12‑1720 em Voorst, filho de Bartel HENDRYKS e Janna ROELOFS.
Casamento igreja (3) ±1763 com Jan BERENDS, nascido ±1705, filho de Berend DERKS.
A partir do primeiro casamento:
Everhard Bastiaan, nascido ±1726 em Breda, batizado (NDG Grote Kerk) em 21‑02‑1726 em Breda.
Janken Hendriks SPRIK, nascida ..‑02‑1731 em Voorst, batizada (NDG) em 18‑02‑1731 em Voorst, falecida em 01‑04‑1731 em Voorst.
Hermannus Hendriks SPRIK, nascido ..‑12‑1735 em Voorst, batizado (NDG) em 18‑12‑1735 em Voorst, falecido <1742.
Garrit Hendriks SPRIK, nascido ..‑01‑1738 em Voorst, batizado (NDG) em 19‑01‑1738 em Voorst.
Hendrijk Hendriks SPRIK, nascido ..‑09‑1739 em Voorst, batizado (NDG) em 13‑09‑1739 em Voorst.
Harmannus Hendriks SPRIK, nascido ..‑01‑1743 em Voorst, batizado (NDG) em 27‑01‑1743 em Voorst.
? SPRIK, nascido ±1746 em Voorst, falecido em 28‑09‑1747 em Voorst.
? SPRICK, nascido ±1746 em Voorst, falecido em 02‑10‑1747 em Voorst.
? SPRICK, nascido ±1746 em Voorst, falecido em 03‑10‑1747 em Voorst.
? SPRICK, nascido ±1746 em Voorst, falecido em 03‑05‑1747 em Voorst.

VIe
Mechtelt (Magteltje) Gerrits CAMPHORST, dienstmeisje, nascida ..‑07‑1711 em Voorst, batizada em 12‑07‑1711 em Voorst, falecida ..‑11‑1755 em Amsterdam, sepultada em 06‑11‑1755 em Amsterdam (Kerkhof Westerkerk), was op 13-01-1736 getuige bij de doop van Jannetje Heetpol in de Westerkerk te Amsterdam, dochter van Hendrik Heetpol en Clasijntje van Wije, samen met Willem van Goor
komt als getuige voor in noterieel archief Amsterdam 28-12-1751 (no. 192) in een zaak tegen Claas Petit terzake van mishandeling van diens huisvrouw
, filha de Gerrit Jansen CAMPHORST (Kamphooft) (ver Vd) e Derksken LAMBERTS.
Esposada em 17‑04‑1750 em Amsterdam, casamento igreja ±1750 em Amsterdam com Gerrit MEIJER, nascido ±1715.
Deste casamento:
Gerrit Jan, nascido ..‑04‑1751 em Amsterdam, batizado (Hervormd, Westerkerk) em 25‑04‑1751 em Amsterdam (testemunhas: Pieter Gloos, Johanna Hoek).
Geertruij, nascida ..‑08‑1752 em Amsterdam, batizada (Hervormd, Westerkerk) em 20‑08‑1752 em Amsterdam (testemunhas: Jan Nulant, Geertruij Wilkes).
Dirk, nascido ..‑03‑1754 em Amsterdam, batizado (Hervormd, Westerkerk) em 24‑03‑1754 em Amsterdam (testemunhas: Dirk Boumeester, Christina van Dam).

VIf
Teunisken Gerrits CAMPHORST (Tunneken Kamphorst), nascida ±1712 em Voorst, batizada ±1712 em Voorst, filha de Gerrit Jansen CAMPHORST (Kamphooft) (ver Vd) e Derksken LAMBERTS.
Esposada ..‑02‑1738 em Voorst, casamento igreja em 02‑03‑1738 em Voorst (NDG) com Henderijk EGBERTS, nascido ±1711 em Wilp.
Deste casamento:
Derksken HENDRIKS, nascida ..‑07‑1742 em Voorst, batizada (NDG) em 08‑07‑1742 em Voorst.
Gijsbert HENDRIKS, nascido ..‑05‑1744 em Voorst, batizado (NDG) em 03‑05‑1744 em Voorst.

VIg
Jan Jansen CAMPHORST (Jan Kamphorst), soldaat onder de Heer Capt. van Renesse te Zutphen (1711), nascido ..‑05‑1691 em Voorst, "in onegt geboren", batizado (NDG) em 24‑05‑1691 em Voorst, falecido em 27‑08‑1750 em Voorst, sepultado em 31‑08‑1750 em Voorst. Uit de cedule van heerdsteden van het ambt van Voorst over 1749 blijkt dat ene Jan Camphorst en zijn vrouw in een "Arme hutte" woonden. Elders in de cedule wordt van een andere "Arme hutte" geschreven dat die de diaconie toebehoorde en dat de bewoners daarin "voor niet" woonden. De hut stond ergens tussen Voorst en Noord Empe. Filho de Jan Gerrits CAMPHORST (ver Ve).
Esposada (1) ..‑07‑1711 em Voorst, casamento igreja em 12‑07‑1711 em Voorst com Elsken JANSEN, nascida ±1690 em Voorst, falecida <1721, sepultada <1721, filha de Jan AELBERTS.
Esposada (2) <1721 em Voorst, casamento igreja <1721 em Voorst com Hendrika Willems HOMOET, nascida ±1690 em Zutphen, falecida <1730 em Voorst.
Esposada (3) ..‑05‑1730 em Voorst, casamento igreja em 11‑06‑1730 em Voorst com Jannetje ROELOFS, nascida ±1692 em Voorst, falecida <1735 em Voorst.
A partir do primeiro casamento:
Anna Lijsbet Jansen KAMPHORST, nascida ..‑10‑1712 em Gietel, batizada (NDG) em 02‑10‑1712 em Voorst.
Arent Jansen, nascido ±1715 em Gietel (fac├º├úo: NDG).
Jannes Jansen KAMPHORST, nascido ..‑12‑1719 em Gietel, batizado (NDG) em 01‑01‑1720 em Voorst.
A partir do segundo casamento:
Willem, nascido ..‑11‑1721 em Voorst, batizado (NDG) em 02‑11‑1721 em Voorst, gedoopt door Ds. A.S. Schluiter, falecido <1725 em Voorst.
Willem, nascido ..‑03‑1725 em Voorst, batizado (NDG) em 31‑03‑1725 em Voorst, gedoopt door Ds. A.S. Schluiter, op 06-06-1730 vlak voor zijn huwelijk met Jantje Roelofs stond Jan zijn zoontje Willem, geboren uit Hendrika Willems Homoet op 31-3-1725, af aan het weeshuis te Zutphen. Dit blijkt uit de in het boek afgebeelde inschrijving door de momberen van het weeshuis.
Gerardus Jansen, nascido ..‑02‑1727 em Gietel, batizado (NDG) em 11‑02‑1727 em Voorst.

VIh
Abraham Jansen CAMPHORST, nascido ±1700 em Voorst, falecido em 16‑10‑1791 em Voorst, sepultado em 20‑10‑1791 em Voorst. Op een lijst van ingezetenen van het Ambt Apeldoorn over het jaar 1747 kwamen een Abram Jans en Megteld Teunis voor, wonend in het kerspel Beekbergen met 4 kinderen. In een register van huizen en hun bewoners in de Heerlijkheid 't Loo voor het jaar 1749 was opgenomen Abram Jansen met vrouw en 2 kinderen jonger dan 10 jaar. Hij stond daarin te boek als daghuurder zonder knechten en meiden, met 2 heerdsteden en 0,5 morgen bezaaid land. Voor de consumptie van 5 speciën betaalde hij aan de Heerlijkheid 't Loo in 1747 slechts 2 gulden omslag. Voor de consumptie van bieren hoefde hij in het geheel geen omslag te betalen. Waarschijnlijk is het Abraham's zoon Hendrik die in 1812 in de buurtschap Zevenhuizen bij Apeldoorn een stuk weiland bezat. In dat jaar werd aan hem daarvoor een belasting op eigendommen opgelegd van 3 franc 50 centimes.
In 1765 was Elsje Abrams Camphorst, vrouw van Derk Gerrits Wever "op den Ankeler" getuige in een strafzaak tegen haar 13-jarige stiefzoon Arent Derks. Arent werd ervan beschuldigd samen met een medeplichtige bij zijn hospes Bastiaan Otten, een schoenmaker te Beekbergen, een paar schoengespen en een snaphaan ontvreemd te hebben. De schoengespen waren naar de lommerd in Deventer gebracht. Al eerder werd hij verdacht van het stelen van een horloge. In 1798, kort na het overlijden van Elsje Abrahams, kwam een boedelscheiding tot stand tussen Albert Goudkuijl en zijn zonen Abraham en Lubbert. De boedel bestaat uit een huis genaamd De Goudkuijl met een hof, "getimmertens, saaij-, hooij- en weijdelanden" en houtgewassen bij Beemte.
Filho de Jan Gerrits CAMPHORST (ver Ve) e Berentjen GERRITS.
Casamento igreja em 28‑01‑1731 em Voorst com Mechteltje Teunissen van ESSEN, nascida ..‑10‑1705 em Voorst, batizada em 04‑10‑1705 em Voorst, falecida em 07‑11‑1778 em Voorst, sepultada em 12‑11‑1778 em Voorst, filha de Teunis van ESSEN.
Deste casamento:
Janna Abrahams KAMPHORST, nascida ..‑06‑1731 em Voorst, batizada (NDG) em 10‑06‑1731 em Voorst.
Jan Abrahams KAMPHORST, nascido ..‑03‑1733 em Voorst, batizado (NDG) em 29‑03‑1733 em Voorst.
Esposada ..‑02‑1759 em Voorst, casamento igreja em 24‑02‑1759 em Voorst com Marianne DILHAGEN, nascida ±1735 em Wilpe, filha de Johannes DILHAGEN e Aleida DERKSEN.
Hendrik Abrahams KAMPHORST (Camphorst), winkelier, poorter (1784), bierdrager (1791), nascido ..‑12‑1744 em Voorst, batizado (NDG) em 06‑12‑1744 em Voorst, falecido em 03‑07‑1791 em Amsterdam, sepultado em 06‑07‑1791 em Amsterdam, testament van Hendrik in notarieel archief Amsterdam 1787
Notaris: Cornelis van Homrigh
https://archief.amsterdam/archief/5075/12485
 
boedelstaat van Hendrik in notarieel archief Amsterdam 1791
Notaris: Cornelis van Homrigh
https://archief.amsterdam/archief/5075/12509
.
Esposada em 19‑04‑1782 em Amsterdam, casamento igreja ..‑04‑1782 em Amsterdam com Magdalena SIMONS, nascida ±1750.
Harmen Abrahams KAMPHORST, poorter stad Amsterdam (1771), turfdrager (1785), nascido ..‑04‑1747 em Voorst, batizado (NDG) em 30‑04‑1747 em Voorst, falecido ..‑07‑1785 em Amsterdam, sepultado em 03‑07‑1785 em Amsterdam, Heiligewegs- en Leidsche Kerkhof.
Esposada (1) em 19‑04‑1771 em Amsterdam, casamento igreja ..‑04‑1771 em Amsterdam com Elisabeth MOETJENS (Motjes), nascida ±1735 em Leiden, falecida ..‑07‑1771 em Amsterdam, sepultada em 12‑07‑1771 em Amsterdam, Heiligewegs- en Leidsche Kerkhof.
Esposada (2) em 17‑04‑1772 em Amsterdam, casamento igreja ..‑04‑1772 em Amsterdam com Martijntje van KRUIJS, nascida ±1745 em Meidrecht, falecida ..‑01‑1811 em Amsterdam, sepultada em 13‑01‑1811 em Amsterdam, Heiligewegs- en Leidsche Kerkhof.

VIi
Reinder Gerrits KAMPHORST (Rhijnder Camphorst), landbouwer met knecht of meid, 1 heerdstede en 2,67 morgen "besaaijt land". Betaalde daarvoor 12 gulden en 15 stuivers pacht, nascido ..‑08‑1708 em Wiesel, batizado (NDG) em 26‑08‑1708 em Apeldoorn, falecido em 04‑06‑1764 para 18:00 hora em Beekbergen (declara├º├úo: Daniel Derks), sepultado em 08‑06‑1764 em Beekbergen. Volgens een bevolkingsregistratie in 1747 woonde Reinder in dat jaar in de buurtschap Beemte, ongeveer 22 km. ten oosten van Wenum. Hij had een knecht of meid, 1 heerdstede en 2,67 morgen "besaaijt land" op zandgrond. Akkerbouw op de Veluwe was in Reinder's tijd nog een zeer arbeidsintensief familiebedrijf. Bemesten van het land, ploegen, eggen, zaaien en oogsten gebeurden nog met de hanbd, waarbij de kinderen al jong moesten meewerken. Over de jaren 1752 en 1753 betaalde Reijnder fl. 3,-- "lasten" aan de heerlijkheid 't Loo. Als "omslag" betaalde hij over dezelfde jaren aan deze heerlijkheid 2 stuiver voor wijn en azijn, niets voor bieren, 8 gulden voor "vijf specien" en 2 stuiver voor moutcijs en zeep. Op 20 november 1795, ruim 3 maanden na het overlijden van zijn eerste vrouw Geertje Kamphorst en 5 dagen na zijn ondertrouw met zijn tweede vrouw Geertrui Messing, stond Dirk Arends Sesink zijn zoontje Arend af aan het weeshuis te Zutphen. Ter gelegenheid hiervan werde de onverdeelde gemeenschappelijke boedel van Geertje en Dirk geinventariseerd. De activa, uitsluitend bestaande uit "gerede goederen", werden getaxeerd op 74 gulden, de schulden op 57 gulden 12 stuivers en 14 cent. De heft van het saldo moest worden afgestaan aan het weeshuis. Filho de Gerrit Arents KAMPHORST (Geurt Camphorst) (ver Vf) e Steventje BERENDS.
Esposada ..‑05‑1742 em Beekbergen, casamento igreja em 16‑05‑1742 em Beekbergen (NDG) com Harmina Gerrits van BLAAN (Harmina van Blaauw), nascida ±1720 em Hall, batizada ±1720 em Hall ? Falecida em 26‑06‑1764 para 20:00 hora em Beekbergen (declara├º├úo: Daniel Derks), sepultada em 30‑06‑1764 em Beekbergen.
Deste casamento:
Steventje Reinders, batizada (NDG) em 24‑03‑1743 em Apeldoorn, falecida em 15‑06‑1743 para 03.00 hora em Apeldoorn, 83 dias de idade (declara├º├úo: Aard Kluppel), sepultada em 18‑06‑1743 em Apeldoorn.
Geurt Reinders (ver VIIf).
Steventje Reinders, nascida ..‑03‑1749 em Wenum, batizada (NDG) em 30‑03‑1749 em Apeldoorn, falecida em 25‑02‑1819 para 11.00 hora em Putten (declara├º├úo: Willem Schipper, Jan van der Zanden (?)).

VIj
Arent Gerrits KAMPHORST (Camphorst), nascido em 06‑08‑1714 em Wiesel, batizado (NDG) em 06‑08‑1714 em Wiesel, falecido <1782. Arent betaalde over de jaren 1752 en 1753 aan de heerlijkheid 't oo 1 gulden 10 stuivers aan "lasten". In 1770/1771 was dit opgelopen tot 2 gulden. Uit een koopakte uit 1788 blijkt dat Arend's boerederijtje in de "Wijsselsche Markt" lag. Ook bezat hij "hooijland op den Anekeler agter Huijskamp", d.w.z. Anklaar. Arent's vrouw Hijltje moest in 1772 als getuige verschijnen in een proces tegen haar nichtje Aaltje Meeuws. Zij verklaarde dat Aaltje haar verteld had enig goud te hebben verborgen in het Loender Bos. Aaltje had haar niet verteld hoe zij aan dat goud gekomen was, maar het vermoeden bestond dat zij het had gestolen in Amersfoort. Ook Arent's broer Teunis en diens dochter Swaantje werden als getuigen gehoord. Zij verklaarden dat Aaltje korte tijd op hun boerderij gewerkt had en dat zij toen "twee silveren ducaten en eenige guldens uijt de kast op den haard" gestolen had. Doordat Aaltje bij Swaantje op de kamer sliep, was het geld weer snel opgespoord. In 1764 waren Arent Camphorst en Jacob Gerrits voogden over de minderjarige kinderen van hun overleden broer en zwager Rijnder Campphorst. Deze voogdijschap werd op 4-8-1764 "verburgt" met Arent's broer Teunis Camphorst en Reint Essen. Filho de Gerrit Arents KAMPHORST (Geurt Camphorst) (ver Vf) e Steventje BERENDS.
Esposada <1752 em Wiesel ? Casamento igreja <1752 em Apeldoorn ? Esposa ├⌐ Hijltje WILLEMS (Luijtje Willems), nascida ±1730, batizada ±1730, falecida em 21‑04‑1790 para 01.00 hora em Wiesel (declara├º├úo: Dirk Egberts), sepultada em 22‑04‑1790 em Apeldoorn.
Deste casamento:
N.N. Arents, nascido >1753 em Wiesel, falecido em 04‑07‑1776 para 09.00 hora em Wiesel (declara├º├úo: Steven Berends), sepultado em 08‑07‑1776 em Wiesel.
Gerrit Arents, nascido ..‑11‑1753 em Wiesel, batizado (NDG) em 04‑11‑1753 em Apeldoorn, falecido em 22‑12‑1782 para 17.00 hora em Wiesel (declara├º├úo: Meuwis Elberts), sepultado em 28‑12‑1782 em Apeldoorn.
Geesje Arents, nascida ..‑01‑1759 em Wiesel, batizada (NDG) em 21‑01‑1759 em Apeldoorn, falecida <1789 em Apeldoorn ? Sepultada <1789 em Apeldoorn ?
Esposada em 18‑04‑1783 em Apeldoorn, casamento igreja em 11‑05‑1783 em Apeldoorn com Aart Jacobs JANSSEN, nascido ±1760 em Apeldoorn ? Batizado ±1760 em Apeldoorn ? Falecido ..‑04‑1790 em Apeldoorn, sepultado ..‑04‑1790 em Apeldoorn.
Steventje Arents, nascida ..‑03‑1763 em Wiesel, batizada (NDG) em 09‑03‑1763 em Apeldoorn, falecida em 23‑05‑1763 para 03.00 hora em Wiesel (declara├º├úo: Arend Kamphorst), sepultada em 25‑05‑1763 em Apeldoorn.

VIk
Theunis Gerrits KAMPHORST, landbouwer met knecht of meid, 2 heerdsteden en 4 morgen "besaaijd land", nascido ..‑05‑1718 em Wiesel, batizado (NDG) em 22‑05‑1718 em Apeldoorn, doopdatum kan ook 22-04-1718 zijn, falecido em 12‑01‑1784 para 12.00 hora em Wiesel, Apeldoorn (declara├º├úo: Meuwis Elberts), sepultado em 19‑01‑1784 em Apeldoorn. Uit een bevolkingsregistratie in 1747 blijkt dat Teunis in dat jaar landbouwer was met een knecht of meid, 2 heerdsteden en 4 morgen "besaaijt land". Hij betaalde over de jaren 1752 en 1753 aan de heerlijkheid 't Loo aan lasten 3 gulden en 5 stuiver. In 1770/1771 was dit verhoogd tot 6 gulden. Aan "omslag" betaalde hij in 1752/1753 4 stuiver voor wijn en azijn, 1 gulden aan bieren, 14 gulden aan vijf specien en 6 stuiver aan moutcijs en zeep. Blijkens een proces werd Teunis in 1782 samen met ene Heijmen van Epe beschuldigd van het openbreken van de deur van de helft van een huis te Wenum, genaamd "Het Cloester". Aanleiding voor deze inbraak was een dispuut over de eigendomsrechten van het huis. De aanklager was ene Brand Jansen, die in de andere helft van het huis woonde en beweerde eigenaar te zijn van het gehele huis. Na het overlijden van Teunis in 1784 werd een invenatris opgemaakt van zijn bezittingen. De onroerende goederen bestonden uit "de halfscheijd van een huijs, hof en bergh en twee schaepsschoten en ongeveer 7 molder zaeijland daarbij staende en gelegen te Wijssel". Daarnaast was er "nog 1,25 morgen hooijland op de Beemte", "0,25 spint hofland te Weenum" en "0,25 spint hofland gelegen onder Eepe". Het huis bestond slechts uit een kamer, een keuken, een goot en een deel. In de kamer bevonden zich een bedstee, een ton met bonen, een ton met kool, een zaadkist, 2 spinnewielen, 4 korenzakken en 2 vrouwenstoven. In de goot stonden 3 koperen akers, een baktrog en 2 melktonnen met een karne en een pols. In de keuken trof men, behalve een schouw met vuur- en keukengereedschap , ook 2 bedsteden, een grote koperen wasketel, 2 kasten en 2 tafels met 9 stoelen aan. Kennelijk werd er in de keuken niet alleen gekookt en gewassen maar ook geslapen en gegeten. Er hing een "hanghorlogy" en een rek met 13 tinnenlepels. Het serviesgoed was van aardewerk, maar er waren ook 3 koperen koffieketels en 2 tinnen kommen. Het linnengoed in de kasten bestond onder meer uit 31 beddelakens, 15 kussenslopen, 2 tafellakens en 4 handdoeken. Ook waren er 16 ellen "vlassen linnen" en 13 pond garen. Het eerstgenoemde was mogelijk een grondstof voor en het laatstgenoemde een product van huisvlijt. De "lijfgoederen" van Teunis bestonden uit een zwarte en een bruine lakense rok en broek, een zwarte lakense kamsool, 2 zarije srokken, een paar zilveren schoengespen, een damasthen borstrok met 31 zilveren knopen, een hoed met kwast, een manshemd en 3 halsdassen. Ook trof men een Nieuw Testament met zilveren klampen aan. De inventaris van de deel wijst er op dat er ooit een paard was geweest. Er hing immers een "paerdengetuijgh" en er stond een "paerderuijf". Ook waren er 3 karren, een sleede, een ploeg en 3 paar "eegden". Verder omvatte de veestapel 5 "koebeesten", 44 schapen en 4 "hoenderen". Onder de gereedschappen op de deel bevonden zich een "wannemool", 2 deelzeven, 2 snijbakken met messen, 3 vlegels, 2 gavels, 2 grepen, 5 schoppen, een "zeijsum", 2 "schuddegavels", een slijpsteen en een kruiwagen. Uit de inventarisatie van het gewas te velde kan men concluderen dat er hoofdzakelijk rogge en boekweit werd verbouwd. Daarnaast waren er "vruchten in de hof", d.w.z. fruit in de boomgaard. De totale waarde van de bezittingen werd geschat op 759 gulden en 15 stuivers. De schulden bedroegen 730 gulden, 1 stuiver en 8 penningen. Deze bestonden voornamelijk uit achterstallige pachten, achterstallig smids- en timmermansloon en een schuldbekentenis ter waarde van 516 gulden. Een interessant onderdeel van de schulden vormden het bier en brood dat werd opgediend bij de begrafenis. Na de boedelverdeling behield de weduwe Aartje Gerrits het vruchtgebruik van de erfenis, onder voorwaarde dat zij haar kinderen bij hun meerderjarigheid de somma van 284 gulden, 11 stuivers en 12 penningen zou betalen. In 1799 gingen Theunis' kinderen Gerrit, Maria en Stephentjen over tot de verkoop van hun aandeel in de onverdeelde boedel van hun vader. Deze bestond uit een huis en hof met bijbehorende "saatberg", schaapskotten, bakoven, hooilanden, weilanden en houtgewas in de buurtschap Apeldoorn. De koper werd hun stiefvader Lubbert Peters. De verkoopprijs was fl. 240,--. Lubbert Peters tekende voor dit bedrag een schuldbekentenis. Teunis' zoon Gerrit kwam in 1817 voor op een lijst van stemgerechtigden, omdat hij voldoende belasting betaalde om voor dit stemrecht in aanmerking te komen. Zijn belastingaanslag over het jaar 1817 was fl. 29,39. Teunis' dochter Zwaantje en haar 2e echtgenoot Berend Jansen kochten in 1788 de helft van een "erf en goed bestaande uit huis, hof en berg, schaapschot en schuurtje daarbij met zijn opgaande bomen en houtgewasch, circa 42 schepels zaailand in de Wijsselche markt buurtschap Wijssel, naast de erven van de weduwe Arend Camphorst en Lubbert Peters gelegen, en voorts nog 1,25 morgen hooiland aan de wetering." Het erf en goed kostte fl. 1350,--, was begunstigd met erfkooprecht en was belast met een jaarlijkse ordinaris verponding van 16 gulden, 8 stuivers en 4 penningen. Ook was er de verplichting aan de verkopers jaarlijks een suikerbrood te geven bij wijze van waterpacht. In 1794 verkochten Berend Jansen en Zwaantje de helft van een andere "erve en goed", genaamd De Wijssel, voor een bedrag van fl. 325,--. Teunis dochter Maria huwde Egbert Aalbers, die zich later wel Egbert Aalbers Kamphorst ging noemen. In 1802 kochten Maria en Egbert een "half huijs met de halfscheid van de daarbij zijnde hof, tweederde van het hofland" in de buurt schap Wenum. Tot de koop behoorde ook "een spinds gesaaij in den Wenumschen Enk". De koopprijs was fl. 400,--. In 1813 woonde Egbert nog steeds in Wenum. Hij had daar een koe, waarvoor hij fl. 2,-- belasting betaalde. Hij was toen arbeider, had 4 kinderen en stond te boek als arm. Zijn zoon Teunis, geboren op 29-10-1808, kreeg de doopnaam Teunis Kamphorst Aalbers. In 1816 verkochten Maria en Egbert weer de bovengenoemde helft van een huis met houtgewassen en tweederde van de bijhorende hof, tezamen ongeveer 1 morgen groot. De koper was al in het bezit van de andere helft van het huis met eenderde van de grond. Het huis stond te Wenum aan de weg van de oude naar de nieuwe kopermolen. Inbegrepen in de koop was ook de spind land in de Wenumse Enk, grenzend ten noorden aan de weg door de Wenumse Enk en ten oosten aan het land genaamd De Kloosterkamp. De koopsom was fl. 200,-- die de koper schuldig bleef tegen een rente van 4,5% en die pas in 1836 werd afgelost. Maria en Egbert bleven huurder. Zij hoefden geen huur te betalen maar moesten wel voor het onderhoud van het huis blijven zorgen. De koper en de verkoper konde geen van beiden een handtekening zetten. Filho de Gerrit Arents KAMPHORST (Geurt Camphorst) (ver Vf) e Steventje BERENDS.
Casamento igreja (1) ca. 1745 em Apeldoorn ? Esposa ├⌐ Geertje LUBBERTS, nascida ±1725 em Apeldoorn ? Batizada ±1725 em Apeldoorn ? Falecida em 15‑03‑1772 para 02:00 hora em Wijssel, Apeldoorn (declara├º├úo: Jan Jacobs), sepultada em 21‑03‑1772 em Apeldoorn.
Esposada (2) em 14‑05‑1773 em Apeldoorn, casamento igreja em 06‑06‑1773 em Apeldoorn com Aartje BARENDS (Aardje Berends), nascida ±1735 em Apeldoorn, batizada ±1735 em Apeldoorn, falecida em 04‑03‑1774 para 03:00 hora em Wijssel, Apeldoorn (declara├º├úo: Goossen Jansen), sepultada em 10‑03‑1774 em Apeldoorn.
Esposada (3) em 01‑07‑1774 em Apeldoorn, casamento igreja em 24‑07‑1774 em Apeldoorn com Aartje Gerrits HOFMEIJER, nascida ±1735 em Epe, batizada ±1735 em Epe.
A partir do primeiro casamento:
Steventje Teunissen, nascida ..‑03‑1746 em Wiesel, batizada (NDG) em 03‑04‑1746 em Apeldoorn, falecida <1767.
Swaantje Teunissen (ver VIIj).
A partir do segundo casamento:
Steventje Teunissen, nascida ..‑04‑1767 em Apeldoorn, batizada (NDG) em 03‑04‑1767 em Apeldoorn, falecida <1773.
Steventje Teunissen, nascida em 18‑02‑1774 em Wiesel, batizada (NDG) em 20‑02‑1774 em Apeldoorn (testemunhas: Jentje Berends), falecida em 01‑03‑1774 para 19.00 hora em Wiesel, 11 dias de idade (declara├º├úo: Theunis Kamphorst), sepultada em 02‑03‑1774 em Apeldoorn.
levenloos, nascido em 18‑02‑1774 para 03.00 hora em Wiesel, falecido em 18‑02‑1774 para 03.00 hora em Wiesel, 0 dias de idade (declara├º├úo: Theunis Kamphorst), sepultado em 19‑02‑1774 em Apeldoorn.
A partir do terceiro casamento:
Gerrit Teunissen, nascido em 16‑07‑1775 em Apeldoorn, batizado (NDG) em 23‑07‑1775 em Apeldoorn (testemunhas: Swaantje Camphorst), falecido em 09‑04‑1777 para 18.00 hora em Wiesel em 1 anos de idade (declara├º├úo: Theunis Kamphorst), sepultado em 12‑04‑1777 em Wiesel.
Gerrit Theunisz (Gerrit Hofmeijer), papierfabrikant, nascido em 28‑03‑1777 em Apeldoorn, batizado (NDG) em 30‑03‑1777 em Apeldoorn (testemunhas: Willempje Jansen), falecido em 22‑05‑1811 para 02.00 hora em Apeldoorn em 34 anos de idade (declara├º├úo: Florens Aards), hier wordt vermeld dat Gerrit 70 jaar was, dus geboren rond 1741 ? Sepultado em 27‑05‑1811 em Apeldoorn.
Esposada em 28‑09‑1803 em Apeldoorn, casamento igreja em 26 anos de idade em 23‑10‑1803 em Apeldoorn (NDG) com Annetje BROEKHUIJS, 23 anos de idade, nascida em 12‑03‑1780 em Apeldoorn, batizada (NDG) em 19‑03‑1780 em Apeldoorn (testemunhas: Jannetje Jansen), falecida em 21‑06‑1825 em Apeldoorn em 45 anos de idade, filha de Dirk BROEKHUIJS e Hendrika JANSEN.
Maria Teunissen (ver VIIk).

VIl
Gerrit Gerrits KAMPHORST, nascido ..‑04‑1725 em Wiesel, batizado (NDG) em 08‑04‑1725 em Apeldoorn, falecido em 05‑12‑1781 para 09.00 hora em Over de Beke (Apeldoorn ?) (declara├º├úo: Jacobus Jansen), sepultado em 11‑12‑1781 em Wiesel. Gerrit woonde in 1749 al te Wiesel in een huis dat aan de noordzijde grensde aan de Molenbeek en ten zuiden aan de gemeente.
Gerrit was, als weduwnaar van Stijntje Reinders voor zijn onmondige kinderen Reinder en Teunisje betrokken bij transport na overdracht aan de erfgenamen van Reinder Gerrits van een Herengoed in de buurtschap Noord-Apeldoorn (Herengoederen op de Veluwe, deel 4 nr. 716). Het Herengoed, genaamd Ten Holten, bestond uit "1 morgen hooiland, genaamd de Lange Maten en een ½ morgen zaailand in de Looschenenck". Zelf had hij een Herengoed in pacht in de buurtschap Broekland bij Beemte, ong. 3 km ten oosten van Wenum. Dit goed, genaamd Ter Stege of Derck Tijmansgoed, bestond uit "10 of 11 molder waartoe geen leegh lant is gehorend, noch enig eijckenholts (8 of 9 jaar olt). Een ½ deel is Wisselerbosch, welcke met het voorsegde goed is gekocht"
 
Gerrit Gerritsen heeft dd. 16-09-1812 bij acte nr. 28 aangenomen de geslachtsnaam Kamphorst (Bron: Register van aangenomen geslachtsnamen Putten)
, filho de Gerrit Arents KAMPHORST (Geurt Camphorst) (ver Vf) e Steventje BERENDS.
Casamento igreja (1) ca. 1752 em Apeldoorn ? Esposa ├⌐ Stientje RHIJNDERS, nascida ..‑03‑1727 em Apeldoorn, batizada em 16‑03‑1727 em Apeldoorn, falecida em 15‑08‑1776 para 05.00 hora em Wiesel (Apeldoorn) (declara├º├úo: Jan Egberts), sepultada em 19‑08‑1776 em Apeldoorn, filha de Rijnder HENDRIKS e Aaltien HENDRIKS.
Casamento (2) em 11‑04‑1777 em Apeldoorn, casamento igreja em 27‑04‑1777 em Apeldoorn com Janna EGBERTS, nascida ±1727 em Apeldoorn ? Falecida em 13‑10‑1779 para 18.00 hora em Apeldoorn (declara├º├úo: Jan Egberts), sepultada em 18‑10‑1779 em Apeldoorn, filha de Rijnder HENDRIKS e Aaltien HENDRIKS.
A partir do primeiro casamento:
Berend Gerrits (ver VIIm).
Aaltje Gerrits, nascida ..‑03‑1754 em Wiesel, batizada (NDG) em 10‑03‑1754 em Apeldoorn, falecida ±1754 em Wiesel.
Gerrit Gerrits, nascido ..‑02‑1760 em Wiesel, batizado (NDG) em 10‑02‑1760 em Apeldoorn, falecido em 19‑12‑1761 para 04.00 hora em Wiesel (declara├º├úo: Jan Hendrix), sepultado em 24‑12‑1761 em Apeldoorn.
Gerrit Gerrits, papiermaker, nascido ..‑09‑1762 em Wiesel, batizado (NDG) em 19‑09‑1762 em Apeldoorn. Gerrit had in ca. 1812 een huisje met maar 1 deur en 1 venster. De woonhuur ervan werd geschat op 15 franc en de belastingaanslag voor meubilair was 3 franc en 14 centimes. Deze bedragen zijn zeer laag te noemen in vergelijking met die voor andere huizen. In ca. 1812, d.w.z. in de Franse tijd, werd een Gerrit Kamphorst als "ouvrier" een paspoort voor binnenlandse reizen verleend, waarmee hij buiten de gemeentegrenzen mocht reizen. Mogelijk was dat Gerrit Kamphorst (de papiermaker).
Stijntje Gerrits, nascida ..‑08‑1764 em Wiesel, batizada (NDG) em 26‑08‑1764 em Apeldoorn, falecida em 21‑12‑1764 para 21.00 hora em Wiesel (declara├º├úo: Meuwis Elberts), sepultada em 27‑12‑1764 em Apeldoorn.
Stijntje Gerrits, nascida ..‑05‑1766 em Wiesel, batizada (NDG) em 18‑05‑1766 em Apeldoorn, falecida ..‑06‑1766 em Wiesel, sepultada em 20‑06‑1766 em Apeldoorn.
Hendrina Gerrits, nascida ..‑10‑1768 em Wiesel, batizada (NDG) em 09‑10‑1768 em Apeldoorn.
? Nascido ±1773 em Wiesel, falecido em 27‑03‑1773 para 07.00 hora em Wiesel (declara├º├úo: Jan Huijgen), sepultado em 01‑04‑1773 em Wiesel.
A partir do segundo casamento:

VIm
Goossen Gerrits KAMPHORST, nascido ±1727 em Wiesel (fac├º├úo: NDG), falecido em 08‑11‑1800 em Elspeet, sepultado em 14‑11‑1800 em Elspeet. In 1801 werd een "acte van reciproque lijftucht" getekend door Gosen Gerritsen Camphorst en Fijtjen Tijmensen, waarin zij elkaar tot algehele erfgenamen benoemden. Zij legden hierin vast dat na hun beider dood de gehele erfenis zou gaan naar de 2 kinderen van hun dochter Steventje. In 1797 kwam een "mageschijd" tot stand tussen Reijer Everts, weduwnaar van Stijntje Goossens Kamphorst, en zijn 2 onmondige kinderen, Goossen Camphorst trad daarbij op als voogd over deze kinderen. Besloten werd om de onroerende goederen onverdeeld te laten en de roerende goederen, waaronder "haveen vhee, het gemene huyslinnen en de klederen en lijfcieraden van de overledene", aan de vader over te geven. De "zuijvere boedel" werd getaxeerd op fl. 1436-2-8.
In 1799 en 1800 kwam een "magescheid" tot stand tussen Jannetje Lubbers Beekman, haar kind "in echt verwekt" door Reijer Everts, de 2 "voorkinderen" van Reijer Everts bij Steventje Goossens Camphorst en Steventje's vader Goossen. De boedel bestond uit de helft van "een huijs en hof in de Ampte Barneveld kerspel Elspeet", 75 bomen in het Elspeetse Bos en "de helft van een derde van een huijs en hof in de Ampte Barneveld kerspel Kootwijk. In 1802 werd hiervan een convenant opgemaakt.
Filho de Gerrit Arents KAMPHORST (Geurt Camphorst) (ver Vf) e Steventje BERENDS.
Esposada ..‑11‑1756 em Elspeet, casamento igreja em 14‑11‑1756 em Elspeet com Fijtje TIJMENS, nascida ±1728 em Wiesel, falecida em 21‑03‑1802 em Elspeet, sepultada em 27‑03‑1802 em Elspeet.
Deste casamento:
Janna Goossens CAMPHORST, nascida ±1770 em Elspeet, batizada (NDG) ±1770 em Elspeet, bel. NDG 24-11-1790 te Voorst.

VIn
Derksken Lamberts, Lammers CAMPHORST (Kamphorst), nascida ..‑03‑1742 em Voorst, batizada (NDG) em 26‑03‑1742 em Voorst, filha de Lambert Gerrits CAMPHORST (ver Vh) e Janna LAMBERTS.
Casamento igreja em 23‑03‑1766 em Voorst (NDG) com Jacob Hendriks HOOSMAN (Jacob Hoofsman), nascido ±1742 em Warnsveld.
Deste casamento:
Engele Jacobs, nascida ..‑04‑1766 em Voorst, batizada (NDG) em 06‑04‑1766 em Voorst.
Evert Jacobs, nascido ..‑06‑1769 em Voorst, batizado (NDG) em 03‑06‑1769 em Voorst, of 3-9-1769 ?
Lamberdine Jacobs, nascida em 11‑12‑1777 em Voorst, batizada (NDG) em 14‑12‑1777 em Voorst (testemunhas: Gerritje Harms).
Hendrik Jacobs, nascido em 08‑05‑1783 em Voorst, batizado (NDG) em 11‑05‑1783 em Voorst.

VIo
Lambert Lamberts CAMPHORST (Kamphorst), landbouwer, daguurder, nascido ..‑09‑1750 em Voorst, batizado (NDG) em 13‑09‑1750 em Voorst, falecido em 03‑05‑1800 em Voorst, sepultado em 07‑05‑1800 em Voorst. In 1802 werd "de weduwe Lambert Kamphorst op Den Acker" voor de "amptslasten" aangeslagen voor 15 gulden, 16 stuiver en 8 cent. De boerderij Den Acker stond aan de Klarenbeekseweg te Voorst, ongeveer 300 m van de Zutphensestraat. In 1963 brandde Den Acker af. De in het boek afgebeelde foto was nog in het bezit van de nakomelingen van de laatste bewoners. Van de heer H. Smies te Zutphen ontvingen wij bovendien een schematische plattegrond van Den Acker uit de periode waarin de boerderij door 2 gezinnen werd bewoond. (zie afbeelding 20 in het boek). De nummers op deze plattegrond hebben de volgende betekenis:
1 = bijkeuken, 2 = opkamer/kelder, 3 = varkenshok, 4 = koeienstal, 5 = gang, 6 = woonkamer, 7 = bedstee, 8 = glazenkast, 9 = schouw, 10 = bijkeuken, 11 = slaapkamer, 12 = deel
Volgens het thinsboek van het ambt van Voorst had ene Lammert Kamphorst in 1804 land in eigendom. Het is niet bekend of dit bij de boerderij Den Acker lag
, filho de Lambert Gerrits CAMPHORST (ver Vh) e Janna LAMBERTS.
Esposada (1) ..‑04‑1773 em Wilp, casamento igreja em 02‑05‑1773 em Voorst com Gerritje JANSEN, nascida ±1750 em Voorst, batizada ±1750, falecida em 08‑03‑1783 em Voorst, sepultada em 13‑03‑1783 em Voorst.
Esposada (2) ..‑09‑1783 em Voorst, casamento igreja em 28‑09‑1783 em Voorst com Gerritje TEUNISSEN (Gerritje Gerrits), boerenwerk doende, landbouwster, nascida ±1753 em Warnsveld, batizada (NDG) ±1753 em Warnsveld, filha de Teunis GERRITS.
A partir do primeiro casamento:
Jenneken Lamberts KAMPHORST, nascida em 02‑10‑1780 em Voorst, batizada (NDG) em 08‑10‑1780 em Voorst, falecida em 03‑08‑1782 em Voorst em 1 anos de idade, sepultada em 07‑08‑1782 em Voorst.
A partir do segundo casamento:
Gerritjen Lamberts (ver VIIt).
Janna Lamberts KAMPHORST (Camphorst), nascida em 13‑09‑1788 em Voorst, batizada (NDG) em 14‑09‑1788 em Voorst, falecida em 07‑02‑1790 em Voorst em 1 anos de idade, sepultada em 09‑02‑1790 em Voorst.
Gerrit Jan Lamberts, nascido em 12‑02‑1791 em Voorst, batizado (NDG) em 13‑02‑1791 em Voorst, falecido em 15‑04‑1791 em Voorst, 62 dias de idade, sepultado em 18‑04‑1791 em Voorst.

VIIa
Megtelt Jansen KAMPHORST, nascida ..‑07‑1715 em Voorst, batizada (NDG (1744)) em 12‑07‑1715 em Voorst, filha de Jan Heimericks KAMPHORST (Jan op de Ossenkamp ?) (ver VIa) e Jenneken LAMBERTS.
Esposada ..‑03‑1744 em Voorst, casamento igreja em 12‑04‑1744 em Voorst com Jan Berends (Jan Berends op Panhuis), nascido ..‑01‑1721 em Voorst, batizado (NDG) em 12‑01‑1721 em Voorst, filho de Engeltje ?
Deste casamento:
Jenneken Jansen PANHUIS, nascida ..‑05‑1745 em Voorst, batizada em 23‑05‑1745 em Voorst.
Engeltje Jansen PANHUIS, nascida ..‑11‑1746 em Voorst, batizada em 13‑11‑1746 em Voorst.
Berent Jansen PANHUIS, nascido ..‑02‑1748 em Voorst, batizado em 18‑02‑1748 em Voorst.
Jan Jansen PANHUIS (ver VIIIa).

VIIb
Jan‑Henderijk (Jan) SPRIK, nascido ..‑10‑1733 em Voorst, batizado (NDG) em 18‑10‑1733 em Voorst, falecido em 24‑09‑1791 em Voorst, sepultado em 28‑09‑1791 em Voorst, filho de Hendryk SPRIECK (Jan Hendriksen Sprik, Sprick, Sprijk), soldaat in het regiment van colonel Van den Boetzelaer, kleermaker, e Mechteld Heimericks CAMPHORST (Magtelt Kamphorst) (ver VId).
Casamento igreja (1) em 16‑09‑1759 em Voorst (NDG) com Maria Jansen BOSCH, nascida ±1725 em Voorst, falecida em 05‑05‑1771 em Voorst, sepultada em 10‑05‑1771 em Voorst.
Casamento igreja (2) em 08‑09‑1771 em Voorst (NDG) com Jenneken WILLEMS, nascida ±1747 em Wilp ? Falecida em 06‑12‑1780 em Voorst, sepultada em 11‑12‑1780 em Voorst.
Casamento igreja (3) em 16‑04‑1781 em Voorst (NDG) com Willemina Waanders BIJVANK, nascida ±1750 em Aalten, filha de Waanders BIJVANK e Hendrica TERMATEN.
A partir do primeiro casamento:
Megtelt (ver VIIIb).
A partir do segundo casamento:
Maria Jansen (ver VIIIc).
Willem Jansen (ver VIIId).
Jan Jansen, nascido em 27‑11‑1775 em Voorst, batizado (NDG) em 10‑12‑1775 em Voorst.
Hendrik Jansen, knecht op Hobrik, nascido em 19‑01‑1779 em Voorst, batizado (NDG) em 24‑01‑1779 em Voorst (testemunhas: Maria Rensink), falecido em 20‑02‑1801 em Voorst em 22 anos de idade, sepultado em 26‑02‑1801 em Voorst.
A partir do terceiro casamento:
Hendricus WAANDERS, nascido em 01‑05‑1780 em Voorst, batizado (NDG) em 21‑05‑1780 em Voorst, falecido em 23‑08‑1781 em Voorst em 1 anos de idade, sepultado em 25‑08‑1781 em Voorst.
Jan Jansen (ver VIIIe).
Hendrica Jansen (ver VIIIf).
Jenneken Jansen (ver VIIIg).
Heijmerick Jansen, nascido em 29‑08‑1789 em Voorst, batizado em 30‑08‑1789 em Voorst.
Janna Jansen (ver VIIIh).

VIIc
Cornelis Abrahams KAMPHORST, kanonnier onder Majoor Muslay te Nijmegen (1773), nascido ..‑02‑1735 em Harderwijk, batizado (NDG) em 11‑02‑1735 em Harderwijk, falecido <1814 em Arnhem. Cornelis Kamphorst's zoon Abraham was kanonnier bij het 3e Bataillon Artillerie van 1805 tot 1807. Op 12 april 1807 ging hij over naar het Zeeuwsche Legioen en op 1 september 1808 werd hij geincorporeerd bij het Regiment Koninklijke Artillerie te voet te Doetinchem. Op de 7e van de oogstmaand van het jaar 1809 werd hij door de Engelsen krijgsgevangen genomen. Op 19 september 1810 expireerde zijn diensttijd. Het signalement van Abraham was: lengte 5 voet 5 duim 2 streek, aangezicht glad en redelijk vol, voorhoofd breed, ogen donkerblauw, neus opspringend, mond ordinair, kin rond, haar en wenkrauwen donkerbruin. Filho de Abraham Jansen CAMPHORST (ver VIh) e Mechteltje Teunissen van ESSEN.
Casamento igreja em 29‑09‑1773 em Arnhem (NDG) com Christina KNOOPS (Knops), nascida ±1740 em Arnhem, batizada em 08‑04‑1741 em Arnhem, falecida em 27‑12‑1818 em Arnhem.
Deste casamento:
Christina, nascida ..‑07‑1774 em Den Bosch, batizada (RK) em 06‑07‑1774 em Den Bosch (testemunhas: Paulus Schuuren, Anna van Sommeren).
Anneken Cornelisse, nascida ..‑07‑1776 em Arnhem, batizada (NDG) em 31‑07‑1776 em Arnhem.
Abraham Cornelisse, kanonnier (1805-1810), nascido ..‑04‑1777 em Arnhem, batizado (NDG) em 05‑04‑1777 em Arnhem. OF 27-7-1777 ?
Mechteld Cornelisse (ver VIIIi).

VIId
Thunis (Teunis) Abrahams CAMPHORST, smid, nascido ..‑06‑1737 em Harderwijk, batizado (NDG) em 21‑06‑1737 em Harderwijk, falecido <1795 em Voorst ? In 1770 en 1771 betaalde Teunis Camphorst, wonend in het kerspel Beekbergen in de buurtschap Lieren, aan de heerlijkheid 't Loo 1 gulden en 10 stuivers ambtslasten, een soort personele belasting. Toen Teunis' eerste vrouw Gerritje Gerrits in 1779 overleden was, werden Harmen Lucas en Hendrik Jansen aangesteld als voogden over haar minderjarige zoon Hartger. Zij deden een voorstel voor een "magescheijd" tussen vader en zoon, dat op 1 mei 1781 werd goedgekeurd. In 1787 leenden Teunis Abrahams Camphorst, zijn vrouw Janna Alberts en zijn meerderjarige zoon Hartger 300 carolij guldens tegen een rente van 4%. Onderpand voor deze lening waren "hun eigendommelijk huis en hof, groot circa 1,5 schepel, in de heerlijkheid 't Loo, kerspel Beekbergen, buurtschap Lieren, aan de gemene straat voorzijde en de beek achterzijde" en "0,75 morgen hooiland in de Beekbergense Hooilanden". De schuld werd in 1794 afgelost. Dit bezit werd in 1795 verkocht door Teunis' zoon Hartger voor een koopsom van fl. 310,--. Filho de Abraham Jansen CAMPHORST (ver VIh) e Mechteltje Teunissen van ESSEN.
Esposada em 15‑11‑1765 em Beekbergen, casamento igreja em 08‑12‑1765 em Beekbergen com Gerritje (Gerbrig) GERRITS, nascida ..‑02‑1728 em Beekbergen, batizada (NDD) em 26‑02‑1728 em Beekbergen, doopdatum kan ook ??-08-1724 zijn, falecida em 18‑10‑1779 em Beekbergen (declara├º├úo: Harmen van 't Hengeler), sepultada em 23‑10‑1779 em Beekbergen, filha de Gerrit GERRITS e Wijndeltje JANSEN.
Deste casamento:

VIIe
Elsje Abrahams KAMPHORST (Abrams), nascida ..‑10‑1739 em Harderwijk, batizada (NDG) em 30‑10‑1739 em Harderwijk, falecida em 08‑04‑1785 para 05:00 hora em Apeldoorn, Beemte (declara├º├úo: Harmen Janssen), sepultada em 14‑04‑1785 em Apeldoorn, filha de Abraham Jansen CAMPHORST (ver VIh) e Mechteltje Teunissen van ESSEN.
Casamento igreja (1) <1765 com Derk (Dirk) Gerrits ZIEL (Dirk Gerrits Ziel), wever, nascido <1738 em Apeldoorn, Ankeler ? Falecido em 01‑12‑1771 em Apeldoorn, Ankeler (declara├º├úo: Claas Jansen), sepultado em 07‑12‑1771 em Apeldoorn.
Esposada (2) em 22‑04‑1775 em Apeldoorn, casamento igreja em 14‑05‑1775 em Apeldoorn (NDG) com Albert GOUDKUIJL, nascido ±1738.
A partir do primeiro casamento:
Jenneken DIRKS, nascida ..‑08‑1765 em Apeldoorn, batizada (NDG) em 25‑08‑1765 em Apeldoorn, falecida em 04‑10‑1765 para 08:00 hora em Apeldoorn (declara├º├úo: Harmen de Ronde), sepultada em 08‑10‑1765 em Apeldoorn.
Neeltje DIRKS, nascida ..‑11‑1766 em Apeldoorn, batizada (NDG) em 30‑11‑1766 em Apeldoorn.
? DIRKS, nascido ±1769 em Apeldoorn, Ankeler, falecido em 06‑02‑1769 para 19:00 hora em Apeldoorn, Ankeler, sepultado em 13‑02‑1769 em Apeldoorn.
Nicolaas DIRKS, nascido ..‑08‑1769 em Apeldoorn, batizado (NDG) em 13‑08‑1769 em Apeldoorn, falecido em 03‑10‑1769 para 13:00 hora em Apeldoorn, Ankeler, sepultado em 07‑10‑1769 em Apeldoorn.
A partir do segundo casamento:
Abraham GOUDKUIL, nascido em 26‑06‑1776 em Apeldoorn (declara├º├úo: Harmina Geurds Diesberg), batizado (NDG) em 07‑07‑1776 em Apeldoorn.
Lubbert GOUDKUIL, nascido em 22‑04‑1778 em Apeldoorn (declara├º├úo: Megteld Everts), batizado (NDG) em 26‑04‑1778 em Apeldoorn.
Casamento em 47 anos de idade em 30‑09‑1825 em Apeldoorn com Dorothea JANS, nascida ±1793 em Vaassen.
Gerrit, nascido em 17‑12‑1779 em Apeldoorn (declara├º├úo: Cornelia Wouters), batizado (NDG) em 19‑12‑1779 em Apeldoorn.

VIIf
Geurt Reinders KAMPHORST, tuinman, nascido ..‑08‑1744 em Apeldoorn, batizado (NDG) em 23‑08‑1744 em Apeldoorn, falecido em 02‑11‑1823 em Rheden (huis nr. 71). Srtichter van de tak van Arnhem.
Uit een oude advertentie blijkt dat ene G. Kamphorst in 1795 bomen verkocht. Hij deed dit in zijn functie als tuinman bij het landgoed De Waterberg in de buurt van Rozendaal bij Arnhem. De buitenplaats op dit landgoed werd vanaf 1763 gebouwd en in de loop van de negentiende eeuw weer afgebroken. Het landgoed lag ter plaatse van het latere verkeersknooppunt Waterberg ten noorden van Arnhem.
Filho de Reinder Gerrits KAMPHORST (Rhijnder Camphorst) (ver VIi) e Harmina Gerrits van BLAAN (Harmina van Blaauw).
Casamento igreja (1) em 09‑05‑1770 em Arnhem (NDG) com Grietje SCHEPERKAMP (Schepekamps), nascida ±1745 em Arnhem, falecida em 24‑03‑1785 em Arnhem, filha de Gerrit SCHEPERKAMP.
Casamento igreja (2) em 01‑11‑1785 em Arnhem (NDG) com Gerritje RUTGERS (Rutten, Rutgen), nascida ±1748 em Angerlo (Lathum), falecida em 16‑11‑1796 em Arnhem.
A partir do primeiro casamento:
Herremijn, nascida ..‑03‑1771 em Arnhem, batizada (NDG) em 03‑03‑1771 em Arnhem, falecida ..‑09‑1772 em Arnhem, sepultada em 16‑09‑1772 em Arnhem.
Elisabeth, nascida ..‑09‑1778 em Arnhem, batizada (NDG) em 20‑09‑1778 em Arnhem, falecida <.‑11‑1780 em Arnhem.
Elisabeth (ver VIIIm).
Harmyna, nascida ..‑08‑1783 em Arnhem, batizada (NDG) em 31‑08‑1783 em Arnhem, falecida em 29‑12‑1783 em Arnhem.
A partir do segundo casamento:
Grietje, nascida ..‑08‑1787 em Arnhem, batizada (NDG) em 15‑08‑1787 em Arnhem, of 15-4-1787, falecida em 28‑09‑1818 em Arnhem, sepultada em 29‑09‑1818 em Arnhem.

VIIg
Gerrit (Gaart) Reinders KAMPHORST (Gaart Reijndertsen Camphorst), nascido ..‑10‑1746 em Apeldoorn, batizado (NDG) em 16‑10‑1746 em Apeldoorn, falecido em 14‑03‑1808 em Koudhoorn (Putten), sepultado em 19‑03‑1808 em Putten. Stichter van de tak van Voorthuizen.
Voor zover we hebben kunnen nagaan, bezat Gerrit Reinders geen onroerend goed in Houtdorp of Koudhoorn. Waarschijnlijk woonde hij daar in gehuurde huizen. Ook weten we niet wat zijn beroep was. Gezien de ligging van Houtdorp en Koudhoorn aan de rand van het Speulder- en Sprielderbos, was hij mogelijk bosarbeider (afb. 5) of scheuter in dienst van de maalschappen van deze bossen. Ook is het bekend dat tot ver in de negentiende eeuw te Koudhoorn veel eekschillers woonden. Omdat dit een heel arbeidsintensief beroep was, hadden zij doorgaans grote gezinnen. Nader onderzoek naar het beroep van Gerrit Reinders is gewenst. Op 27-06-1843 ondertekende de rietdekker Maas Wolbertsen van den Hoorn, mede namens zijn echtgenote Steventje Kamphorst een door notaris Jan de Feijfer te Barneveld opgemaakte schuldbekentenis voor een "kapitale som van tweehonderd gulden Nederlands Courant". Maas en Steventje moesten voor deze geldlening een rente van 5% per jaar betalen. Onderpand voor deze lening was een "daghuurdersplaatsje uitmakende een gedeelte van het erve genaamd Houthoorn, gelegen op Kouthoorn in de buurtschap Spriel in de gemeente Putten, bestaande uit een huis en verder getimmer, met een tuin, bouw en weilanden, veld en boschgronden". Op het overzichtskaartje van de tak van Putten is de locatie van het huisje aangegeven (Pn.4) en het kadasterkaartje (afb. 6) toont de omvang en het landgebruik van dit bezit. Op 24-11-1843 maakten Maas Wolbertsen en Steventje een testament, waarin zij hun onroerende bezittingen verdeelden over hun 3 kinderen. Er waren toen inmiddels 2 nieuwe huisjes op hun land gesticht. Al in 1832 stonder er te Koudhoorn veel van deze daglonershuisjes, maar in 2002 was er nog maar één van over (afb. 7). In 1845 hielden Steventje en haar 3 kinderen "ten sterfhuize van wijlen Maas Wolbertsen van Hoorn" een "publieke verkoping op erfhuiswijze" van levend vee, veldvruchten, boerderijgereedschappen, huismeubelen en andere roerende goederen. De opbrengst was fl. 201,55. Het proces-verbaal geeft aan dat Maas Wolbertsen boekweit en rogge verbouwde en 2 koeien en een stier bezat. Uit de hierboven genoemde notariële acten blijkt dat Steventje Kamphorst niet kon schrijven en Maas Wolbertsen maar heel gebrekkig.
Filho de Reinder Gerrits KAMPHORST (Rhijnder Camphorst) (ver VIi) e Harmina Gerrits van BLAAN (Harmina van Blaauw).
Casamento igreja (1) <1772 com Heijntje JANS, nascida ±1747 em Putten ? Falecida <1772 em Putten.
Esposada (2) em 13‑11‑1772 em Garderen, casamento igreja em 29‑11‑1772 em Garderen (NDG) com Hendrikje (Heintje) GIJSBERTS (Hentje van 't Drie), nascida ..‑11‑1747 em Houtdorp (Garderen), batizada (NDG) em 03‑12‑1747 em Garderen, falecida em 14‑03‑1808 em Koudhoorn (Putten), volgens huwelijksakte zoon Gerrit is Heintje overleden op 17 maart 1808, sepultada em 17‑03‑1808 em Putten, filha de Gijsbert LUBBERTSEN e Gijsje DIRKS.
A partir do segundo casamento:
Hermijntje Gerritsen, nascida em 09‑10‑1773 em Houtdorp, batizada (NDG) em 10‑10‑1773 em Garderen.
Rijntje Gerritsen, nascida ±1774 em Houtdorp, Garderen, falecida <1776 em Houtdorp, Garderen.
Gijsbert Gerritsen (ver VIIIn).
Willemijntje Gerritsen, nascida ±1775 em Houtdorp, falecida em 16‑12‑1796 em Koudhoorn, sepultada em 22‑12‑1796 em Putten.
Gijsjen Gerritsen, nascida em 13‑09‑1777 em Garderen, batizada (NDG) em 14‑09‑1777 em Garderen, falecida <1778 em Garderen, sepultada <1778 em Garderen ?
Hendrik Gerritsen (ver VIIIq).
Lammertje Gerritsen, nascida em 22‑08‑1784 em Houtdorp (Garderen), batizada (NDG) em 29‑08‑1784 em Garderen, falecida em 19‑05‑1804 em Koudhoorn em 19 anos de idade, sepultada em 23‑05‑1804 em Putten.
Dirk Gerritsen (Derk), nascido em 22‑04‑1786 em Houtdorp (Garderen), batizado em 30‑04‑1786 em Garderen.
Dirkje Gerritsen (Derkjen), nascida em 24‑06‑1788 em Houtdorp (Garderen), batizada (NDG) em 29‑06‑1788 em Garderen, falecida em 04‑04‑1797 em Koudhoorn (Putten) em 8 anos de idade, sepultada em 10‑04‑1797 em Putten.
Gerrit Gerritsen (ver VIIIs).

VIIh
Geertje (Gerritje) Reinders KAMPHORST (Camphorst), nascida ..‑02‑1751 em Wenum, batizada (NDG) em 21‑02‑1751 em Apeldoorn, falecida em 15‑08‑1795 em Zutphen, filha de Reinder Gerrits KAMPHORST (Rhijnder Camphorst) (ver VIi) e Harmina Gerrits van BLAAN (Harmina van Blaauw).
Esposada ..‑04‑1783 em Voorst, casamento igreja em 27‑04‑1783 em Voorst com Dirk Arends SESINK, nascido ±1750 em Voorst ? Batizado ±1750 em Voorst ?
Deste casamento:
Berendina Dirks, nascida em 17‑09‑1785 em Voorst, batizada em 18‑09‑1785 em Voorst.
Reintjen Dirks, nascida em 05‑12‑1787 em Voorst, batizada em 09‑12‑1787 em Voorst.
Arend, nascido ±1789 em Voorst.

VIIi
Berend (Beert) Reinders KAMPHORST (Beert Camphorst), landbouwer, nascido ..‑01‑1753 em Wenum, batizado (NDG) em 28‑01‑1753 em Apeldoorn, falecido em 04‑03‑1820 para 19:00 hora em Putten (declara├º├úo: Andries Jansen, 33, daghuurder, Aart Claasse, 33, daghuurder), sepultado em 06‑03‑1820 em Putten. Stichter van de tak van Putten. Filho de Reinder Gerrits KAMPHORST (Rhijnder Camphorst) (ver VIi) e Harmina Gerrits van BLAAN (Harmina van Blaauw).
Esposada ..‑04‑1779 em Putten, casamento igreja em 02‑05‑1779 em Putten (NDG) com Helena (Lena) Harmse STRUYS, nascida ..‑03‑1750 em Putten, batizada (RK) em 16‑03‑1750 em Putten (testemunhas: Henrina Boxmeijer, Gerrit Huijnes). Helena Struys, de echtgenote van Berend Kamphorst, werd rond 1752 gedoopt in de RK Kerk te Putten. Op 3-9-1778 werd zij weduwe van Evert Jansen van de Pol, van wie zij toen al 5 kinderen had. Toen zij op 1-5-1779 met Berend in het huwelijk trad, werd zij protestant. Dit blijkt uit de notulen van de kerkeraad van de NDG kerk te Putten, waarin word vermeld dat zij "waarschijnlijk" bij ene Ds. Colpaar belijdenis had gedaan. In diezelfde notulen staat dat de kerkeraad haar ernstig heeft vermaand, omdat zij weer "de roomsche leer" volgde. Ook in 1805 werd zij "gecensureerd in hope tot haare zelfbehoudenis". In 1806 en 1809 kreeg zij opnieuw een waarschuwing. In 1809 werd daarbij aangetekend dat zij "sinds 6 jaar weer rooms is, vanwege een erfenis van hare familie". Pas op 17-09-1809 werd de censuur opgeheven, omdat zij toen weer in de kerk was verschenen. De 5 kinderen van Berend Kamphorst werden overigens allen gedoopt in de NDG kerk. In 1822 gaf Helena door middel van een notariele akte haar toestemming voor het huwelijk van haar dochter Hermina, die toen in Amsterdam verbleef. Een geschilderd portret van deze dochter is in het bezit van de familie Droop te Bennekom (afb. 4). Filha de Hermanus Anthony (Herman) STRUYS e Geertruid THONIS.
Deste casamento:
Hermanus Antony (Harmen) (Herman Anthonius), nascido em 13‑09‑1783 em Putten, batizado (NDG) em 14‑09‑1783 em Putten, falecido em 04‑12‑1804 em Putten em 21 anos de idade, vermeld als Harmen, sepultado em 10‑12‑1804 em Putten.
Gerrit (ver VIIIw).

VIIj
Swaantje Teunissen KAMPHORST, vroedvrouw (1778-1783), nascida ..‑05‑1749 em Wiesel, batizada (NDG) em 26‑05‑1749 em Apeldoorn, falecida em 20‑06‑1796 para 08.00 hora em Apeldoorn (declara├º├úo: Berend Jansen), sepultada em 24‑06‑1796 em Apeldoorn, filha de Theunis Gerrits KAMPHORST (ver VIk) e Geertje LUBBERTS.
Esposada (1) em 30‑04‑1773 em Apeldoorn, casamento igreja em 16‑05‑1773 em Apeldoorn com Hendrik LAMMERS (Lamberts), nascido ±1749 em Apeldoorn, falecido <1776 em Apeldoorn ?
Esposada (2) em 18‑10‑1776 em Apeldoorn, casamento igreja em 03‑11‑1776 em Apeldoorn, gehuwd dd 11-03-1776 ?? Marido ├⌐ Berend Jansen (de) KULVER (Knuiver), timmerman, nascido ±1749 em Apeldoorn, falecido <1795.
A partir do primeiro casamento:
Gerritje HENDRIKS, nascida em 20‑08‑1774 em Apeldoorn, batizada (NDG) em 21‑08‑1774 em Apeldoorn (testemunhas: Christina Rhijnders).
A partir do segundo casamento:
Teunisje JANSSEN, nascida em 07‑08‑1777 em Apeldoorn, batizada em 10‑08‑1777 em Apeldoorn (testemunhas: Aardje Gerrits).
Jan JANSSEN, nascido em 25‑04‑1779 em Apeldoorn, batizado em 02‑05‑1779 em Apeldoorn (testemunhas: Aardje Hendriks).
Steven JANSEN, nascido em 25‑11‑1781 em Apeldoorn, batizado em 25‑11‑1781 em Apeldoorn (testemunhas: Aardje Gerrits Hofmeijer), falecido em 25‑11‑1781 em Apeldoorn, 0 dias de idade.
Steventje JANSSEN, nascida em 14‑10‑1782 em Apeldoorn, batizada em 20‑10‑1782 em Apeldoorn (testemunhas: Aardje Hofmijer), falecida ±1857.
Berendje JANSSEN, nascida em 17‑08‑1785 em Apeldoorn, batizada em 21‑08‑1785 em Apeldoorn.
Heintje JANSEN, dienstmaagd, nascida em 20‑01‑1788 em Apeldoorn, batizada em 27‑01‑1788 em Apeldoorn.
Casamento em 24 anos de idade em 09‑04‑1812 em Diepenveen, pleegvader bruidegom Jan Kramer com Roelof BUURMAN, 25 anos de idade, bakkersknecht, nascido em 07‑02‑1787 em ? Filho de Cornelis BUURMAN e Maria ROELOFS.
Stijntje JANSSEN, dienstmeid, nascida em 29‑03‑1790 em Apeldoorn, batizada em 04‑04‑1790 em Apeldoorn.
Casamento em 26 anos de idade em 20‑04‑1816 em Olst com Arend JANZEN, 26 anos de idade, boerenknecht, nascido em 06‑12‑1789 em Holten, filho de Hendrik JANZEN, dekker, e Aale ARENDZEN.
Janna JANSSEN, dienstmeid, nascida em 11‑05‑1793 em Apeldoorn, batizada em 19‑05‑1793 em Apeldoorn, falecida ±1860.
Casamento em 28 anos de idade em 01‑11‑1821 em Olst com Jan HOEKMAN, boerenknecht, nascido ±1794, filho de Harmen HOEKMAN, bouwman, e Hendrika SIMELINK.


    P├ígina 1 de 27 p├íginas Pr├│xima p├ígina    ├Ültima folha

Homepage | E-mail